Column: Wie trapt daar nou in…
Een ‘dochter’ die via Whatsapp haar vader om duizend euro vraagt, omdat de app van de bank het even niet doet. Of een ‘goede vriend’ die een berichtje stuurt omdat hij zijn salaris morgen pas krijgt, maar vandaag écht een rekening moet betalen. De politie waarschuwde er de afgelopen weken weer uitgebreid voor: oplichting via Whatsapp.
Toch vraag ik me vaak af: Wie trapt daar nou werkelijk in?
Natuurlijk heb ik de verhalen boordevol met voorbeelden gelezen. Maar bij dat soort voorbeelden wordt altijd geappt met een vreemd nummer. Dat lijkt me dan toch al waarschuwing één.
En het taalgebruik is altijd nét even anders dan je van die persoon gewend bent. Dat is de tweede waarschuwing.
En het bedrag dat je moet overmaken is altijd schrikbarend hoog. Dan gaan de alarmbellen toch wel vanzelf rinkelen?
Laatst overkwam het een vriend van me. Vanaf een vreemd nummer kreeg zijn broer ineens een appje. ‘Hey broer!’ En ook al klopte de profielfoto, toch was het een poging tot oplichting die gedoemd was te mislukken.
Ten eerste omdat die vriend zijn broer altijd bij zijn naam aanspreekt. Maar vooral omdat de broers naast elkaar zaten toen het berichtje binnen kwam. ‘Ik ga mijn oude nummer gebruiken als werktelefoon. Dit is mijn nieuwe nummer’, kwam er binnen.
Ze besloten het spelletje mee te spelen. En er gebeurde precies wat je verwacht. Er volgde een overtuigend verhaal, over hoe de app van de bank niet werkt. Bij hem niet, maar ook niet bij zijn vriendin. En eng genoeg kende de oplichter die vriendin ook nog eens bij naam. ‘Kun je me niet even helpen en achthonderd euro overmaken. Je krijgt het morgen terug.’ Het betaalverzoek kwam meteen binnen.
Terwijl ik naar het verhaal luisterde, werd mijn verbazing steeds groter. En langzaamaan bekroop me een angstig gevoel. Ik zeg namelijk ook altijd gewoon ‘Hey broer’, als ik mijn broer een berichtje stuur. Mijn privénummer gaat steeds verder rond, dus dat ik graag een werktelefoon wil is ook geen geheim. En erg laat zijn met mijn rekeningen betalen? Mijn broer kent me goed. Het zou hem niets verbazen. En zijn broertje helpen? Dat doet hij altijd.
Misschien toch niet zo overbodig, al die waarschuwingen van de politie.
Door: Jos Schaafsma
