Winschoten – Meer voorspelbaarheid vanuit het Rijk op het financiële gebied. Dat is wat de wethouders Financiën in het land willen. Maar in de praktijk hebben zij te maken met korting op korting, te midden van de uitvoering van al zware bezuinigingsprogramma’s. ‘De rek is eruit’, vinden de wethouders. Tijd voor een gezamenlijk tegengeluid richting de huidige Haagse praktijk die het financieel goed managen van hun gemeenten vrijwel onmogelijk maakt.
Dit is de conclusie van een bijeenkomst van bijna 70 wethouders Financiën die op vrijdag 28 augustus in Gouda is gehouden. Vanuit heel Nederland kwamen wethouders bijeen om over de nijpende situatie te spreken. “Wij dragen een grote verantwoordelijkheid voor de gemeentelijke begrotingen. Het gaat immers om het geld van onze inwoners. Het Rijk heeft vele taken en daarmee verantwoordelijkheden naar gemeenten overgedragen, zoals de zorgtaken”, aldus de wethouders. “Het Rijk maakt het ons echter steeds moeilijker om aan deze verantwoordelijkheid invulling te geven”.
Flinke en onvoorspelbare schommelingen
De gemeentelijke inkomsten komen grotendeels uit Den Haag en deze zijn in toenemende mate aan flinke en onvoorspelbare schommelingen onderhevig. De wethouders maken zich grote zorgen over deze ongewenste ontwikkeling. “Die grilligheid kan ertoe leiden dat wij straks geen geld meer hebben voor het onderhoud van wegen, om maar een voorbeeld te noemen”.
Gemeenten nemen hun verantwoordelijkheid
De wethouders Financiën begrijpen als geen ander dat de economische situatie bij het Rijk kan veranderen, en dat er dan maatregelen nodig kunnen zijn. Zo hebben ze tijdens de crisis vrijwillig afgezien van de middelen die gemeenten formeel zouden toekomen. Dit om het land te steunen in die moeilijke tijd. Maar daardoor konden gemeenten geen buffers opbouwen die nu eigenlijk nodig zijn.
Onhoudbare situatie
De verwachting was dat de rijksoverheid nu op haar beurt haar verantwoordelijkheid zou nemen richting gemeenten. Zeker nu gemeenten al met grote opgaven worden geconfronteerd, bijvoorbeeld op het gebied van decentralisaties en de landelijk afgesproken kortingen op het gemeentefonds. Gemeenten staan echter voor een forse korting. “En daar moet wat aan gebeuren, in het belang van onze inwoners”.