Column: Reeën
“Reeën”, zegt de man tegenover me. We zitten in de trein van Groningen naar Winschoten. Langs het spoor tussen Zuidbroek en Sappemeer loopt een groepje donkerbruine hertjes met grote oren en slanke poten.
“Ja, mooi.” Half achterom kijkend probeer ik ze zo lang mogelijk te zien.
“Je moet eigenlijk hét ree zeggen,” weet de man. “En zo’n groep heet een sprong.”
Ik knik als teken dat de boodschap is overgekomen. Ondertussen dwalen mijn gedachten af.
Het is niet uitzonderlijk om reeën te zien. In het gebied tussen de Kerkelaan en de Nieuwlandse weg tussen Midwolda en Nieuwolda zag ik ze vaak. Of aan de andere kant van het dorp, bij het Midwolderbos. Maar ook bij Drieborg en Nieuw Beerta zijn de sierlijke dieren een vaste bewoner.
Toch wijzen we elkaar er steeds weer op: “Kijk daar! Hertjes!” Oké… Reeën.
Misschien omdat in het betrekkelijk lege landschap een groepje dieren sowieso aandacht trekt? Zou kunnen. Al hoor ik zelden: “Kijk daar! Koeien!”
Waarom kijken we altijd weer naar in het wild levende dieren?
De man tegenover me zoekt een nieuw gespreksonderwerp: “Straks weer koningsdag. Ze zetten de hele stad af.”
Vrijheid! De hang naar vrijheid. Dat zal de reden zijn dat we onze hoofden wél draaien voor reeën en niet voor koeien. Vrijheid om te doen en laten wat je wilt; Vrijheid om overal heen te kunnen gaan waar jij graag heen wilt. Stilletjes zijn we jaloers op die wilde dieren.
“Wist je dat wijlen onze burgemeester het heel goed kon vinden met de koning?”
Nu heeft de medereiziger mijn volle aandacht. “Nee? Hoezo?”
“Pieter was in zijn jonge jaren bij de marechaussee. Hij was bewaker bij Soestdijk. Maar soms had hij de taak Willem Alexander te beveiligen. Persoonlijke beveiliging.”
“Ze scheelden niet zoveel qua leeftijd. En het klikte wel tussen hen. Als Pieter geen dienst had, dronken ze wel samen een pilsje.”
Wat leven we in een mooi land. Een land waar je vrij kan zijn. Vrijheid. Om je eigen keuzes te maken, de keuzes die je hebt om te doen waar jij je goed bij voelt.
De trein passeert de tuinen van de Langeweg en de Plantsoenlaan. We naderen station Scheemda. Ik groet de man en stap uit.
-Jos Schaafsma.