Opinie en verhaal

Column: Mentale belasting

Een column van Arjen Veldhuizen

- advertentie -

Mijn moeder zei destijds, toen mijn kinderen nog klein waren, dat ze blij was geen kinderen meer te hoeven opvoeden in de huidige tijden. Die ‘huidige tijden’ betroffen de jaren 90/ begin 2000. Zij voedde ons op in de jaren 60/ 70 en dat verbaasde mij, dat zij daar zo over dacht. Want ik kon eind jaren 90/ begin 2000 immers gebruik maken van de luxe waar wij toen in leefden, zoals van wasmachines, drogers, televisie(s) met heel veel netten, videorecorders, mobiele telefoontjes en zelfs een auto!

- advertentie -

En grotere woningen.

Zodat ieder een eigen kamer had. Nu weet ik niet of dat nu een toegevoegde waarde was, een eigen kamer. Ik deelde de eerste 12 jaren van mijn leven de slaapkamer met mijn broer. En heb ik daaronder geleden? Op een paar knokpartijtjes en het laten van heel veel gore scheten na was het best wel te doen en ach, we wisten ook niet beter natuurlijk.

Ik moest hieraan denken na een telefoontje met een van mijn zonen.

Die vond al die ellende in de wereld steeds meer drukken op zijn mentale gestel. “Er is zoveel ellende, het is té veel voor de mens.” zei hij en doelde op alle crises, zoals de woningnood, het toekomstige drinkwater tekort, de overdaad aan (onveilige) spullen uit China welke massaal besteld worden vanwege de lage prijzen, het personeelstekort, de snelheid waarmee het klimaat verandert en we daardoor geen winters meer hebben, de onvrede en afgunst die gevoed worden door allerlei sociale (?) platforms waar de eigenaren van die platforms de boel manipuleren én zelfs een politieke carrière beginnen, politici die geen moer uitvreten en alleen maar bezig zijn tweetjes de wereld in te helpen om nog meer zout in de wonden te strooien, media die daar dan weer aandacht aan besteden en al het leed wat ontstaat door oorlogsgeweld.”  Ik kreeg er geen woord tussen en wachtte totdat hij één seconde stil was:

- advertentie - - advertentie -

“En een wereldwijd zandtekort, die dreiging hangt ons ook nog boven het hoofd.” Voegde ik toe.

Daarmee kreeg ik hem stil. “Zandtekort? Je bent gek!” zei hij lachend. “Nee sorry jongen, dit is echt waar, ik hoorde dat van de week op de radio. En ja, we hebben woestijnen vol met zand maar die zandkorrels zijn rond en daar kan je dan niks mee begreep ik uit het verhaal. Maar ik begrijp je volkomen hoor, er zijn zo ontzettend veel problemen dat het steeds moeilijker wordt om je daarvoor af te sluiten. Ik heb ook met jullie, jeugd, te doen. Hoe je je moet handhaven in die bergen van informatie welke dagelijks op jullie afgevuurd worden. Ik begrijp nu ook steeds meer dat mensen dat niet meer trekken én ik begrijp ook steeds meer de term ‘functie elders’, over wat Pieter Omtzigt overkwam. Die man is zo ontzettend intelligent, alleen is die intelligentie ook zijn onvermogen om zich staande te houden in het politieke geweld. Ze probeerden hem te beschermen door wel gebruik te maken van zijn politieke intelligentie maar dan in een andere functie. Ze noemen dat tegenwoordig een veilige werkomgeving.”

Zoonlief wilde wat zeggen, maar ik was hem voor:

“We proberen al jaren om pesten aan te pakken, maar toch winnen de pesters terrein. De grootste bekken krijgen op slinkse wijze grip op de onderbuik van de samenleving en daardoor delven de zwakkere broeders het onderspit. Niet omdat ze dom zijn, integendeel, ze zijn juist hartstikke slim, maar kunnen niet op tegen al dat verbale geweld, dat liegen en bluffen. Hoe vaak zie je niet op de werkvloer of andere plekken waar mensen bij elkaar komen dat sommige mensen dan stilvallen? Die houden liever hun mond dan dat ze meedoen met het gesprek, wetende dat ze óf overruled worden met een grote bek óf dat ze voor schut gezet worden.”

Even was het aan beide kanten van de lijn stil.

“Mensen zijn de oorzaak van alle problemen op deze wereld.” vervolgde ik. “De dierenwereld kun je nergens van betichten, die doen gewoon wat dieren doen: eten, drinken en zich voortplanten. En zich aanpassen aan hoe wij steeds meer ruimte nodig hebben op deze wereld. Of beter gezegd, opeisen. Neem nu die discussie over dat landelijk vuurwerkverbod. Ik zag laatst beelden van de vogelradar, hoe vogels reageren op de jaarwisseling. In blinde paniek vliegen ze alle kanten op, met alle gevolgen van dien. Of dichter bij, onze honden die zeven kleuren stront schijten van al dat vuurwerk. We weten het, maar zo aan het eind van het jaar vergeten we dat ineens en schieten toch voor 118 miljoen euro de lucht in. Dat landelijk vuurwerkverbod gaat er komen, dat weet ik nu wel zeker want de hulpverleners zijn het zat om nog langer als doelwit bestempeld te worden. En hun familieleden komen nu ook in opstand, zijn er klaar mee om in spanning af te wachten of hun vader, moeder, broer of zus nog wel heelhuids thuis zal komen. En ja, een paar randdebielen verpesten het weer voor de meerderheid, plus het slappe beleid van de politiek hierin.”

“Allemaal gedoe wat de mens zelf over zich afroept.”

“Ik heb steeds minder zin om het nieuws te volgen.” zei mijn zoon vervolgens. Dat begreep ik wel. Vroeger was er alleen ’s avonds nieuws wat via beelden de kamer inkwam. Zodra het Acht Uur Journaal begon werd het stil in de woonkamer en luisterde je met je ouders naar het nieuws. Vaak verveeld, nieuws was meestal een ver-van-mijn-bedshow en als er politici aan het woord kwamen geeuwde ik de saaiheid van mij af. Dat waren politici die beschaafd met elkaar van mening wisselden en tegenstanders van die meningen keken ze gewoon in de ogen of ze vertelden het aan een journalist, die daar dan weer over schreef in de krant.

“Weet je,” zei ik tegen mijn zoon, “het is denk ik een kwestie van doseren. Een keer per dag even het nieuws tot je nemen en de rest van de dag lekker muziek luisteren. Want het echte nieuws hoort bij het leven, dat is de realiteit. En weet je, je kop in het zand steken is even handig, maar uiteindelijk ontstaat er dan toch weer een probleem.”

“Hoezo?” vroeg zoonlief.

“Omdat er straks geen zand meer is!”

- advertentie - 

Dit kan u ook interesseren

Back to top button