Echtpaar Kiewiet- Nap viert diamanten huwelijk
Nieuwolda – Zestig jaar geleden, op 13 november 1964 trouwden de toen 24-jarige Hans Kiewiet en zijn 2 jaar jongere geliefde Frouke Nap in Delfzijl. Het was op de 22ste verjaardag van Frouke, een feest tot in de vroege uurtjes. Zes jaar daarvoor hadden zij elkaar ontmoet “bij de regenton”, zoals mevrouw Nap vertelt. Destijds werkte mevrouw in de huishouding en moest iets naar de overburen brengen, waar meneer op dat moment als schilder aan het werk was. Hun eerste ontmoeting was een feit; bij de regenton van “het huis aan de overkant”.
Meneer is geboren in Appingedam, waar hij bij een oom werd opgeleid tot schilder. Na zijn opleiding ging hij de militaire dienstplicht vervullen. Mevrouw, geboren in Delfzijl als enig meisje tussen vier broers, werkte in de huishouding, later bij tabaksfabrikant Niemeyer en in de horeca.
Het jonge stel kampeerde graag, zij trokken er op de fiets op uit, de tent achterop. Beide een tentje, destijds was het nog niet gebruikelijk samen in een tent te slapen als je niet getrouwd was. Je kampeervergunning kon je dan zelfs kwijtraken, ze kunnen er nu smakelijk om lachen.
Het kamperen zat hun in het bloed, en toen zij eens in Sellingen bij de zandafgraving kampeerden vroeg de camping eigenaar aan ze of ze er voor voelden de camping te beheren. Dit hebben ze gedurende 20 jaar gedaan. Daarna verhuisde het paar naar Nieuwolda, waar meneer ruim 24 jaar vrijwilliger bij de voetbalvereniging was en waar het echtpaar zo’n 10 jaar vrijwilliger in de kantine van de club was. Ook deden ze vrijwilligerswerk voor ’t Hamrik en zat meneer in het bestuur van de ijsvereniging.
De grenzen werden verlegd en ze kampeerden in Denemarken, later gingen ze nog vele malen naar het Zillertal in Oostenrijk, niet meer kamperen maar het gerief van een hotel. Nog steeds genieten ze er van er op uit te gaan, een visje eten in Termunten of naar hun caravan in Bourtange.
Een actief en opgewekt stel, scherp van geest en vol mooie herinneringen. Zoals een ieder hebben ze ook verdriet gekend, maar er is zorg voor en om elkaar. Meneer schenkt nog een rondje koffie, en op de achtergrond zingt de kanarie. Horen we het goed? “Ja hoor” zegt meneer, “hij zingt hiep, hiep hoera”.