Eén opmerking over haar oorbellen was genoeg voor een discussie die de hele week duurde. Een discussie met de dame hierin huis die ik eigenlijk niet verwacht had, maar haar behoorlijk hoog was gaan zitten waardoor het bleef sudderen. Die discussie ging dus over haar oorbellen. Zij legt ze altijd voor het slapen op de wastafel van de badkamer.
Daar is natuurlijk niks mis mee.
Ik zie ze dan ook altijd liggen, zij gaat altijd ‘veur mie aan’ naar boven. Dan laat ik de hond uit of ik smeer nog even het brood voor de volgende dag en kan zij zich rustig klaarmaken voor de nacht. Maar als de oorbellen er niet liggen dan heeft ze die dus nog in en weet ik dat ze, meestal op het moment dat ik vredig wegglijd naar andere sferen, ineens van uit het niets overeind vliegt en roept:
“KortomUitermateTeleurstellend…, ik heb mijn oorbellen nog in!”
Daarna ben ik weer helemaal bij kennis en ja, ik slaak dan een diepe, hele diepe zucht, want waarom moet ik zo ruw op de hoogte gebracht worden van het feit dat zij haar oorbellen nog in heeft? Dat is toch niet mijn probleem?
Nou, op dat moment wél!
Dus zodra ik ze zie liggen in de badkamer heb ik meer garantie dat ik de slaap zal vatten dan wanneer ze er niet liggen. En als ik ze níet zie liggen dan waarschuw ik haar, op een zo’n voorzichtig mogelijke manier; “Schat, je hebt, dénk ik, je oorbellen nog in…” Zo vriendelijk mogelijk, los uit de pols want nee, je bent niet seniel en nee, ik betuttel je niet! Dat betuttelen vindt zij vreselijk en volgens haar doe ik dat de laatste tijd steeds meer. Zoals van de week, toen ze na het strijken even op de bank ging zitten met een glas thee.
Herstel, met een glas rustgevende thee!
Het bestaat echt, thee waar je rustig van wordt. Voor mij is dit een nieuw fenomeen, maar voor haar niet. Zij weet dit soort dingen. Ik vraag niet waar ze het vandaan haalt, maar het vooroordeel in mij weet genoeg: dit komt uit de Libelle, Instagram, Printrest, van de Yoga-juf, de reclamefolders die ze elke week uitpluist, van haar collega’s of gewoon door elk pad in de supermarkt af te struinen naar nieuwe producten. Dat laatste heeft ze niet van mij want ik maak een briefje met daarop de boodschappen in precies de goede volgorde van de gangpaden en als ik het even niet weet dan vraag ik het aan medewerker Eltjo. Die weet alles en helpt mij ook als ik vragen heb over de app van de winkel. Mijn tijd in de winkel hangt dus af van de hoeveelheid producten op mijn briefje.
En of Eltjo aan het werk is.
Maar ze ging naast mij zitten met de rustgevende thee, pakte haar telefoon en begon met ‘vegen’.. De klok gaf half acht aan en ik werd een beetje onrustig. Hoe moest ik dit nu aanpakken zonder te betuttelen? Want er stond nog een laatste deel van een spannende serie op het menu, maar die kan ik pas aanzetten wanneer de dame hier in huis ook er klaar voor is.
En dat was ze niet volgens mijn informatie.
Want ze zou gaan strijken en daarna direct douchen. Dat had ze gezegd. Zodat ze de rest van de avond ‘ter beschikking zou staan’ van mij. Hiermee bedoel ik niet dat zij mijn bezit is, ik herhaal, zij is niet mijn bezit, maar ik bedoel hiermee dat we dan allebei klaar zijn voor twee gezellige uurtjes op de bank.
Met koffie, rustige thee en wellicht nog een bakje yoghurt voor het slapen gaan.
Ja, ze kan natuurlijk ook vlak voor het slapen onder de douche springen, maar dat is niet handig. Want ze weet dat ze daarna niet goed de slaap vatten kan omdat ze het te warm krijgt of onrustige benen. En als zij daarvan last heeft, heb ik er ook last van, want de warmte straalt dan weer op mij af en de onrust in haar benen zorgt ervoor dat ik dan steeds een schop krijg van haar stuiptrekkende benen.
Waar ze niets aan kan doen!
Nou ja, wel iets natuurlijk. Door eerder op de avond te gaan douchen en dat was ze met mij eens. Maar het blijft een gevoelig onderwerp, om verschillende redenen. De voornaamste reden is dat ze, na thuiskomst van haar werk, even wil gaan zitten, wat drinken, de dag doornemen met mij of gewoon even de socials bekijken op haar telefoon. Ze weet dat ik daar anders insta. Zodra ik thuiskom van werk, spring ik direct onder de douche zodat ik de rest van de dag fris en fruitig ‘ter beschikking ben’ van haar ben.
Ze vindt dat irritant.
Dat begrijp ik wel, want na een dag werken moet vooral de geest even kunnen ontspannen. Daar begint zij mee zodra ze na haar werk op haar fiets of in de auto stapt. Dus wanneer er dan thuis iemand druk zet op het vervolg van haar dag, bijvoorbeeld door te zeggen dat ze nog makkelijk kan douchen voor ik het eten klaar heb, dan kan ze daar wel eens geïrriteerd op reageren.
Zoals ik al schreef, het is en blijft een gevoelig onderwerp.
Maar ik dwaal af. Of eigenlijk ook niet, want relaties kunnen best wel ingewikkeld zijn en ik weet inmiddels dat het voor velen herkenbaar is. De opmerking die ik maakte over haar oorbellen ging eigenlijk niet over of ze wél of niet op de wastafel in de badkamer lagen. Nee, dat is gewoon een vast ritueel geworden in ons huishouden, net zoals tandenpoetsen en nog een kus voor het slapengaan.
Een liefdevolle kus!
“Waarom heb je altijd deze oorbellen in?” was mijn vraag. “Je hebt toch ook andere?”
De rest van de week bleef dit haar bezighouden en vroeg ze zich vooral af of ik ze niet leuk vond. En ze zat ze de hele week, ook tijdens het samen kijken naar een spannende krimi, te vegen op haar telefoon.
Op zoek naar andere oorbellen vermoed ik.