Ommelander Ziekenhuis biedt nieuwe behandeling aan vrouwen met stressincontinentie
Scheemda – Het Ommelander Ziekenhuis biedt vrouwen met stressincontinentie sinds enkele maanden een nieuwe behandeling. Bij deze behandeling wordt de urinebuis met injecties ‘opgevuld’, waardoor urine minder snel ontsnapt.
Behandeling met bulkinjecties biedt uitkomst
Vrouwen met stressincontinentie krijgen vaak een zogenaamd ‘bandje’. Dit gebeurt op de operatiekamer, onder narcose. De nieuwe behandeling is een stuk minder ingrijpend. Paul Veenboer, uroloog bij het Ommelander Ziekenhuis, is blij dat er een nieuwe methode is om vrouwen met stressincontinentie te helpen:
“Relatief veel vrouwen hebben last van stressincontinentie. Dit is urineverlies dat ontstaat door te hoesten, niezen, lachen of als er op een andere manier druk op de blaas komt. Onze nieuwe behandeling, waarbij we gebruik maken van ‘bulkinjecties’, vindt plaats op de polikliniek, onder lokale verdoving en duurt ongeveer 10 minuten. Deze bulkinjecties bestaan uit een soort gelei waarmee we iets kunnen opvullen. Vooral voor oudere dames en vrouwen met een kinderwens kunnen deze injecties een uitkomst zijn. Voor deze groep is het plaatsen van een bandje namelijk minder geschikt en daardoor kunnen zij langere tijd last houden van urineverlies.”
Minder of geen last meer van urineverlies
Vooral in Noord-Nederland zijn er tot nu toe weinig ziekenhuizen die vrouwen met stressincontinentie behandelen met bulkinjecties. Elders in Nederland wordt deze methode al jaren met succes toegepast.
Paul Veenboer: “Sinds enkele maanden maken we als Ommelander Ziekenhuis gebruik van deze ‘bulkinjecties’. Dit doen we door onder plaatselijke verdoving in de wand van de plasbuis dit materiaal, een soort gelei, op vier plekken in te spuiten. Doordat de urinebuis op deze manier wordt opgevuld en dus nauwer wordt, hebben vrouwen na de ingreep minder last van urineverlies of zelfs helemaal niet meer. Na de behandeling hoef je als vrouw lange tijd niet meer bang te zijn om urine te verliezen. Dat is natuurlijk het uiteindelijke doel. De kans dat dit werkt, is wel iets minder groot dan bij het plaatsen van een bandje. Maar het is dan ook veel minder ingrijpend.”