Opinie en verhaal

Column: Ze gingen hard, ontroerend hard

- advertentie -

Nooit keek ik. Het interesseerde mij niet. Het was denk ik hetzelfde zoals anti-voetballers het altijd zo ‘gevat’ zeggen: “Ik ga niet kijken naar een stelletje volwassen kerels die een beetje dom achter een balletje aan lopen rennen.’’ Of deze: “Hebben ze ḿ eindelijk, schoppen ze ḿ weer weg!” Als voetballiefhebber vond ik dat altijd domme antwoorden maar die dommigheid begon ik zelf ook te verkondigen als het om schaatsen ging. Vroeger vond ik schaatsen nog wel leuk maar sinds ze elke week schaatsen uitzenden was ik er ineens klaar mee. Vooral met de voor- en de nabeschouwingen.

- advertentie -

“Een beetje dom rondjes schaatsen.” zei ik dan tegen mijn omgeving.

“En altijd maar dezelfde kant op! En wat valt er dan nog over te praten…We zien toch dat ze een rondje schaatsen? En ook in welke tijd, toch?” Ja, mijn vooroordelen gooide ik zó op tafel voor wie het maar horen wilde. “En ze hebben elke week wel een kampioenschap, inclusief de ‘omdat het zo lekker bekt’ termen als ‘Koninginne- of Koningsritten’.

Ja, ik zat er lekker in…

Inmiddels ben ik een stuk milder geworden. Dat komt absoluut door het feit dat verstand met de jaren komt. Want wie ben ik om hierover te oordelen? Ik hoef er namelijk niet naar te kijken toch? En wat zong de band Doe Maar ook alweer hierover?

- advertentie - - advertentie -

‘Er zit een knop op je TV, die helpt je zo uit de puree. Druk ‘m in en ga maar mee, de bloemen buiten zetten’

En zo is het natuurlijk ook. Er is genoeg ander tijdverdrijf te vinden en voor ieder wat wils. Daarom keek ik denk ik ook nooit naar de Formule 1 races. Mijn (voor)oordeel was dat ik het tijdverspilling vond. Om mij heen hoorde ik liefhebbers erover praten of met de dag enthousiaster worden wanneer het bijna zondag was. Daags ervoor begon het al. Dan hoorde ik mensen om mij heen over wat voor circuit het was, hoeveel bochten het had en wie er op pole position vertrekken mocht. Oh ja, en telkens dat ge-emmer over op welke banden er gereden moest worden!

“4- seizoenen banden,” zei ik, “dan ben je overal van af!”

Zó grappig! Maar deze sport werd steeds meer serieuzer genomen en kreeg fanatieke aanhangers. Die gingen ver, soms bleven ze er zelfs voor wakker! Of ze kleden zich in F1 tenue, sloten deuren en gordijnen en waren voor niemand bereikbaar. Met F1 merchandise voor zich op tafel! Maar ook de dames onder ons konden een woordje meepraten als het om de Formule 1 ging en dat zag je bij de voetballiefhebbers toch wel wat minder.

Daarom kennen ze in de F1 scene de term ‘hooligans’ niet.

Bij voetbal zit er gewoon te veel testosteron op de tribunes. Veel vrouwen vinden (mannen)voetbal niks aan en daarom moeten de mannetjes hun mannelijkheid wel tonen door ontblote bovenlichamen en veel bronstig gebrul. Sommigen gebruiken daar dan ook nog buitensporig geweld bij maar dat komt omdat ze te kleine piemels hebben.

Wie het kleine niet eert is het grote ook niet weerd..

Maar het had natuurlijk ook te maken met het feit dat er een Nederlander aan meedeed en die reed zijn rondjes best wel goed. Maakten we vroeger nog grapjes over vader Jos die regelmatig in de grindbak parkeerde, zijn zoon Max had toch meer controle. En als ‘wij’ iets goeds doen op sportgebied komt het chauvinisme om de hoek kijken en kleuren de tribunes vanzelf oranje.

Tot vorige week zondag keek ik dus nooit.

Ik kreeg kippenvel van de oranje gekleurde tribunes op het circuit van Abu Dhabi en moest erkennen dat het mij toch wel wat deed. Aan de praatjes die in de studio gevoerd werden voelde ik toch een zekere spanning maar ik bleef alert. Want ik had mij voorgenomen dat zodra ze het zouden hebben over de Koningsrit, ik de televisie direct zou uitgooien om weer over te gaan tot de orde van de dag. Mijn vrouw kwam thuis van een boodschapje en was verbaasd dat ik op de bank zat en de TV aan had. “Dat doet hij anders nooit..”. Ik had zelfs de wekker gezet, had een nachtdienst achter de rug, zodat ik alles mee zou krijgen. “Ach ja,” zei ik, het moest er maar eens van komen dacht ik zo..” Ze legde gauw de boodschappen weg en kwam erbij zitten.

“Gezellig!”

Eigenlijk wilde ik vragen of ze niet iets moest bakken want ik had de ingrediënten voor een lekker baksel wel zien liggen op het aanrecht. Toch besloot ik maar niets te zeggen en quasi geconcentreerd keek ik naar raceautootjes die met de daarbij behorende herrie rondjes reden. Meer was het eigenlijk niet. De dame naast mij op de tribune vroeg zo nu en dan hoe het zat maar ik wist het niet en maakte mij eraf met:

“Schat, ik heb geen idee!”.

Na rondje 35 kreeg ik een beetje in de gaten hoe het nu zat met die banden. Ondertussen had ik op mijn telefoon Translate bijgezet want er werden veel dingen geduid in het Engels. Bij ronde 42 (denk ik) kreeg ik een mentaal dipje en besloot ik even horizontaal de binnenkant van mijn ogen te bekijken, de weerslag van nachtdiensten. Maar ik werd weer wakker van enige consternatie op de TV én die vrouw die naast mij op de tribune zat.

Er was iets met een safetycar of zo.

Nadat ik mijn bril weer opgezet had zag ik dat het om de laatste ronde ging. En Hamilton reed nog vooraan, Verstappen erachter. Net zoals de twee uur daarvoor. Toen verdween ineens die safetycar en zag ik hoe Max met minimale ruimte Lewis voorbijging.

Binnen enkele seconden waren de rollen omgedraaid!

De euforie op TV nadat Verstappen als winnaar over de finish gegaan was kwam met donderend geweld onze huiskamer binnen. Mijn vrouw zat te gillen, ik voelde nattigheid uit mijn ogen komen en mijn vader belde om te vertellen dat Max Verstappen de F1 gewonnen had.

Ik liep neuriënd naar de keuken om het eten voor te bereiden:

‘Wij houden van Oraaaaaaaaanje’

Dit kan u ook interesseren

Back to top button