Column: Vrij straatjes en andere herinneringen
Mijn vrouw deed het altijd in het Achterlaantje van Scheemda of in het aansluitende parkje, daar hadden ze hutten gebouwd. Ik had meerdere plekjes maar dat kwam natuurlijk omdat ik op een eiland opgroeide, romantische plekjes genoeg.
Plekjes waar je jezelf onbespied achtte.
Ik moest daar laatst aan denken nadat ik bij ons in de wijk twee pubers om elkaar heen zag draaien. Tijdens dat draaien werden er kusjes uitgewisseld met de daarbij behorende aanrakingen, flirterige grapjes en gegiebel. Fantastisch wat verliefdheid doet met de mens. Ik zie dat liever dan dat ze elkaar de kop inslaan, een rare vorm van bezigheidstherapie die sommigen onder ons maar blijven uitvoeren. Maar ja, dat is mijn naïviteit wellicht.
Imagine all the people..
De plekken waar ik en mijn pubergenoten vertoefden als we in een hormonen-rollercoaster verkeerden waren divers. Op Lagere School leeftijd waren dat de weilanden waar het gras, de zuring, de boterbloemen en de paardenbloemen meer dan twee kontjes hoog stonden. Het liefdesspel wat we speelden heette ‘Meiden- de Jongens’ of ‘Jongens- de Meiden’. We speelden dit vaak met Klas 5 en 6 en een beetje valsspelen hoorde erbij. Want sommigen wisten hun favorieten altijd direct te vinden omdat hier stiekum afspraken over gemaakt werden van tevoren.
Wanneer ik zo’n rijk gevuld weiland zie koester ik de herinneringen.
Op latere leeftijd verdween dit groepsgedrag en zocht je donkere straatjes op. Zo was het straatje naar ’t Achterom populair of de ingang van de gymzaal. En zo waren er nog veel meer plekken waar je van wist niet gezien te worden. Maar ja, dat is ook het voordeel van in een dorp wonen hè, daar is het kunstlicht minimaal aanwezig en waren er genoeg sterren te tellen.
Hoe romantisch!
En camera’s op straathoeken en huizen zoals we die nu kennen waren toen nog slechts beperkt tot een toekomstbeeld, slechts opgetekend in stripboeken. Nu was het heus geen Sodom en Gomorro hoor, wat er zich allemaal afspeelde in de spelonken van de duisternis. Het was niets meer dan zuinige kusjes geven en de handen deden onhandige handelingen want ja, het was geen vak op school, de liefde. Maar de hormonen maakten vreugdevolle sprongetjes in alle delen van het lichaam en even voelde je je de gelukkigste puber van de wereld.
En zij ook.
Vlakbij het uitgaansleven op West- Terschelling heb je het Seinpaalduin en ik dacht veilig mijn liefde te verklaren aan een meisje die ik ontmoet had die avond. Dat bleek een vergissing want al gauw kwam ik erachter dat dit duin toch niet zo geschikt was om elkaar te onderzoeken.
Want de vuurtoren Brandaris keek mee.
Om de vijf seconden stond je vol in het licht van een van de vier lichtbundels waardoor de lol er al gauw vanaf was. Dus gingen we maar weer terug naar de kroeg en stortten we ons weer in het feestgedruis.
En de vlinders in de buik feestten mee.
Kalverliefdes zijn gelukkig van alle tijden en iedereen zal zo wel zijn of haar herinneringen daaraan hebben. Net als aan het dorp of stad waar men geboren en getogen is. Die herinneringen van mij liggen dus op Terschelling en het toeval wil dat wij daar nu onze vakantie aan het vieren zijn. We fietsen nu door duin en polder waardoor de herinneringen versterkt naar boven komen plus het ‘En langs het tuinpad van mijn vader’ gevoel. En nee, het is niet terugverlangen want de tijd loopt gewoon door en is aan veranderingen onderhevig.
Maar ik zal het blijven koesteren.
Die herinneringen van het opgroeien als kind naar de volwassenheid waar ik nu ben hebben ze mij nooit af kunnen pakken. De enige die dat misschien later wel voor elkaar krijgt is meneer Alzheimer, mocht deze aan mijn deur komen te staan. Ik hoop dan dat mijn kinderen mij zullen voorlezen uit mijn herinneringen die ik in de loop der jaren heb opgetekend zodat die Alzheimer toch geen poot tussen de deur krijgt.
Want ik zie van dichtbij wat hij teweeg kan brengen.
Hoe hij herinneringen probeert kapot te maken, beetje bij beetje. Gelukkig heeft mijn moeder mijn vader nog, hij is de Brandaris in haar leven. Hij kan het geduld opbrengen om haar herinneringen voor te lezen. Ogenblikken die goud waard zijn want zodra je in haar gezicht de herkenning en de herinnering terugziet, komt daarmee ook weer even zijn vrouw en mijn lieve moeder terug.
En hoor ik haar weer lachen zoals ze vroeger lachen kon.
Op de feestjes die er waren, in huiselijke kring of met dorpse evenementen waar jong en oud voor uit liep. Zoals de jaarlijks gymnastiek uitvoeringen, schoolavonden of toneelavonden. Midden in het leven en midden in de samenleving.
Een groot voorbeeld voor ons.
Dat vergeten van haar heeft ook wel voordelen hoor. Want als ze zou begrijpen dat mijn fiets elektrische ondersteuning heeft zou ik van haar een flinke portie verontwaardiging over mij heen gekregen hebben. “Wat? Een E-bike? Ben je helemaal gek geworden!”
“Wat een flauwekul!”
Mijn zus vertelde van de week dat ze daarom nog geen fiets heeft met ondersteuning en mijn broer denkt daar hetzelfde over. Maar ja, ik ben de jongste in huis en die zijn nu eenmaal altijd net even wat vlugger met de zaken anders aan te pakken. Dat is een logisch gevolg van hoe je het vaak ziet gaan met de opvoeding. De eerste moet het altijd doen volgens de regeltjes, de tweede wordt daarin meegezogen in het kielzog maar bij de derde komt het verval, dan zijn de opvoeders moe gestreden en hebben ze niet meer de puf om te handhaven.
‘Als twee honden vechten om een been….’
Ik ben nu weer even ’thuis’, het blijft telkens een feestje. In een caravan, drie staanplaatsen verwijdert van waar mijn vrouw elk jaar en in elke vakantie stond met haar ouders. Zij was als het ware aangespoeld op het eiland en ik heb haar, met een kleine onderbreking van om en nabij de 27 jaar, opnieuw kunnen jutten.
Arjen’s Lobke uit Groningen!