Daling aantal inwoners Oost-Groningen lijkt minder sterk
Oldambt – De nieuwste bevolkingsprognoses uit Oost-Groningen laten een verandering zien ten opzichte van de vorige prognoses. Waar in 2016 nog rekening werd gehouden met een forse daling van het aantal inwoners, laten de cijfers uit 2020 zien dat deze daling minder sterk is. De ontwikkeling van het aantal huishoudens in Oost-Groningen komt zelfs uit op een kleine groei.
Aantal huishoudens groeit het hardst in Oldambt
De prognoses laten zien dat het aantal huishoudens in de gemeente Oldambt de komende 10 jaar het hardst stijgt met 771 nieuwe huishoudens. Daarna volgt Veendam met een groei van 640 huishoudens. De gemeenten Stadskanaal (296), Westerwolde (230) en Pekela (217) groeit het aantal huishoudens minder hard. Tegelijk met de groei van het aantal huishoudens, daalt het aantal individuele inwoners. Die bevolkingsdaling is het grootst in de gemeente Stadskanaal (-1071), gevolgd door Veendam (-402), Pekela (-346), Westerwolde (-196) en Oldambt (-84). Het verschil tussen de huishoudensgroei en bevolkingsdaling komt doordat huishoudens gemiddeld steeds kleiner worden.
Verklaring
De verandering in de prognoses komt door een veel positiever migratiesaldo. Dit houdt in dat er minder mensen uit de regio vertrekken en er meer mensen in de regio komen wonen. Dat komt door de steeds verder toenemende druk op de woningmarkt in grote delen van Nederland. Als het lukt om daar de nieuwbouw te versnellen, dan heeft dat weer effect op de bevolkingsontwikkeling in Oost-Groningen.
Woningmarktbeleid
De gemeenten in Oost-Groningen werken al ruim tien jaar samen om de woningmarkt in de regio te versterken. Daarvoor maken ze om de vier jaar, in samenwerking met de provincie Groningen, regionale bevolkingsprognoses. Die cijfers worden gebruikt voor het woningmarktbeleid. In de nieuwste prognoses zijn de effecten van corona nog niet zichtbaar. Dat komt omdat het nu nog niet mogelijk is om te voorspellen welk effect de coronacrisis op de langere termijn heeft. De Oost-Groninger gemeenten moeten de komende jaren dus een extra vinger aan de pols houden.