Welke verlichting bij mist?
Landelijk – De voornaamste reden van ongelukken met mist zijn niet aangepaste snelheid en te weinig afstand houden. Het advies bij mist is dan ook: Halveer je snelheid, verdubbel je afstand.
Het gebruik van mistlichten tijdens het rijden
Artikel 34 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)
– Bij mist, sneeuwval of regen, die het zicht ernstig belemmert (zicht tot 200 meter), mogen bestuurders van een motorvoertuig en van een gehandicaptenvoertuig mistlicht aan de voorzijde voeren. In dat geval hoeven die bestuurders geen dimlicht te voeren.
– Bij mist of sneeuwval, die het zicht beperkt tot een afstand van minder dan 50 meter mag mistachterlicht worden gevoerd.
Probleem bij automatische verlichting (lichtcel)?
Artikel 32 lid 1 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)
Bestuurders van een motorrijtuig en van een gehandicaptenvoertuig, voeren bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd, en bij nacht dimlicht
Veel bestuurders hebben de knop van het dimlicht op de stand ‘automaat’ staan en rekenen er dan op dat het inschakelen onder alle omstandigheden door de lichtcel vanzelf gaat. Bij tunnels is dat dan ook meestal geen probleem, want dan is het donker genoeg, maar bij mist is het toch een ander verhaal. De lichtcel die het dimlicht aan en uit doet, herkent de mist niet. De oplossing is simpel, door gewoon het dimlicht in te schakelen zodra er sprake is van mist of regen. Je bent als bestuurder zelf verantwoordelijk.
Let op: als je auto dagrijverlichting heeft branden (soms) de achterlichten niet. Zet dus altijd dimlicht aan bij mist.
Bron: ANWB