Column: 2024, een terugblik
Het was nog donker toen ik vanmorgen de hond uit ging laten, vandaag extra vroeg want ik had weer mijn jaarlijkse afspraak met mijn ouwe, hele goede vriend, Herman Bernardus Antonius. Dat klinkt nogal gewichtig, drie namen voor een oude man, maar in dit geval mag het. Moet het zelfs, want het is een hele bijzondere man:
De man die net zoveel neuzen als het jaar nog dagen heeft!
Dit jaar hadden we afgesproken in Scheemda, bij De Toekomst, voorheen de oude strokartonfabriek. Een mooie plek om terug te kijken op het jaar wat achter ons ligt. Nadat de hond weer in haar mand lag, pakte ik snel de fiets en zette deze op sportstand omdat het toch al later was dan ik had ingeschat. Tegen acht uur kwam ik op de plek van bestemming en checkte nog even mijn rugzak:
(lees verder onder de foto)
Stukjes droge worst, koude pannenkoekjes, flesje stroop, kerstcake, koffie en uiteraard de fles Jutterbitter.
Geen kerststol dit jaar, want we vierden dit jaar de kerstdagen bij mijn vader, op Terschelling. En twee weken vóór kerst moest onze vloer eruit na een lekkage waardoor het huis in kerstsferen versieren op een laag pitje stond. We hadden zelfs afgesproken om dit jaar geen kerstboom op te tuigen en daar had vrouwlief de meeste moeite mee. Maar goed, het leven bestaat uit keuzes, dan maar een wat magere kersteditie. Nou kwamen we niks tekort hoor in de afgelopen maand. Minimaal acht keer zijn we uit eten geweest, maar konden dat wegschrijven als zijnde ‘de omstandigheden’:
Zoals de verjaardag van de dame hier in huis, kerst op Terschelling en geen fornuis in huis vanwege een nieuwe vloer. Dat was afzien. Want we koken beiden graag, maken daar ook tijd voor én het is een stuk goedkoper!
“Moi eem!”
Geschrokken draaide ik mij om en keek recht in de ogen van mijn vriend! Pretogen om precies te zijn, verscholen onder zijn enorme lange wenkbrauwen, zijn ‘image’ zoals hij ze zelf altijd noemt. Doordat hij zijn arme spreidde leek hij nog weer groter dan andere jaren. “Herman! Herman Bernardus Antonius! Mijn zeer gewaardeerde, en van vele anderen, vriend, die net zoveel neuzen heeft als het jaar nog dagen! Daar ben je dan, wat fijn je weer te zien!” riep ik, terwijl wij elkaar omhelsden.
“Dat is wederzijds, mijn vriend, dat is wederzijds.” antwoordde hij en we hielden elkaar even stevig vast omdat het toch elk jaar een ontzettend fijn en warm weerzien is.
“Mooie plek heb je uitgekozen. Dit was toch de oude strokartonfabriek?” vroeg hij. “Jazeker! De oude strokartonfabriek waar de opa én oom van mijn vrouw gewerkt hebben. Zij woonden daar.” En wees richting het Oosthoffloantje. “Opa Hendrik Tiggelaar heeft daar gewerkt totdat de fabriek moest sluiten in 1968, op de kartonbaan. Hij heeft erg veel verdriet gehad van die sluiting, ook omdat hij nu net niet de 40 dienstjaren bereikt had en daarvoor niet de huldiging kreeg die hij had moeten krijgen. Terwijl ze hem altijd wel wisten te vinden als er iets loos was in de fabriek, bij nacht- en ontij klopten ze dan bij hem aan want ze wisten dat Hendrik en zijn geliefde vrouw Jantje in de bedstee in de voorkamer sliepen: “Tiggelaar, kan je even helpen?”
Mijn vriend keek of hij de teleurstelling zelf voelde.
“Om zijn tijd vol te maken moest hij nog even doorwerken. Dat deed hij in de fabriek Hooites & Beukema in Hoogezand. Zoon Lucas mocht vanaf zijn 16e jaar mee de fabriek in, hij werkte, net als zijn vader, ook in de kartonbaan. Wanneer dan het karton eraf kwam, moest hij dat inpakken in stapels van 25 kg. Vlak voor de sluiting van de fabriek promoveerde hij tot een functie ‘achter de messen’ op de papierbaan. Met een onderbreking van militaire dienst heeft hij er ook tot de sluiting gewerkt en daarna kon hij nog even aan het werk in de fabriek te Winschoten, Reiderland.”
“Daarom heb ik voor deze plek gekozen, om dat jou te vertellen!”
“Leuk! Goed verhaal, ik hou ervan. Het is wel erg sneu dat Hendrik die sluiting mee moest maken want zo te horen was hij ontzettend trots op zijn werk.” Ik knikte en was het volkomen met hem eens. Loyaliteit aan de baas is een groot goed.
“Maar jongen, doordat je het mij nu verteld hebt, geef je die man toch weer een mooi podium!”
Lachend schonk ik hem koffie in, een inclusieve koffie zoals ik de koffie met kruidenbitter noem. Hij had er immers al heel wat kilometertjes opzitten. En of hij mijn gedachten lezen kon, zei hij: “Hier ben ik echt aan toe, ik ben al vanaf middernacht op stap zoals je weet.” zei hij en nam gretig een slok. “Dat snap ik volkomen Herman, het is voor jou De Dag der Dagen en de tijd die je dan krijgt moet je optimaal benutten. Vooral omdat er zoveel gesprekken gevoerd moeten worden, zodat we het Oude Jaar optimaal kunnen afsluiten.”
“Kijk, ik heb ook de Kerstcake van Janet bij me. Ik moest erbij zeggen dat deze ook dit jaar weer met liefde voor je gemaakt is!” “Daarom is die cake elk jaar ook zo lekker!” zei hij lachend. “Ik proef de liefde bij elke hap! Maar even wat anders, volgens mij hebben jullie wel een bijzonder jaar achter de rug?”
“Of heb ik dat mis?” Voegde hij eraan toe, en gunde mij een vette knipoog.
“Dat kun je wel zeggen,” antwoordde ik, “we konden begin januari een nieuw lid toevoegen aan onze familie, kleindochter Loutje werd geboren. En of het niet genoeg was mocht ik twee dagen later mijn 60ste verjaardag vieren in het Seinhuisje op het Kaapsduin te Terschelling. Dat was geweldig, alsof we twee dagen en nachten deel uitmaakten van een schitterend schilderij. We raakten niet uitgekeken en we voelden ons heel erg bevoorrecht dit mee te mogen maken.”
“Dat geloof ik!” Bulderde mijn vriend waarna hij mij een stevige klap op de schouder gaf.
“En het hield niet op!” vervolgde ik mijn verhaal: “Mijn kinderen hadden contact gezocht met mijn vrouw, met de vraag of zij wist wat ik graag zou willen hebben voor mijn verjaardag. Ze hadden zelf bedacht om een platenspeler voor mij te kopen, maar vrouwlief kwam met iets anders, iets veel leukers, namelijk een helikoptervlucht! Ook dat is inmiddels volbracht en man, man, wát een belevenis was dat! Dat was letterlijk een hoogtepunt!”
We vielen beiden even stil en ik zag mijzelf weer vliegen boven de windmolens en de uitgestrektheid van het Groninger landschap.
“En weet je,” vervolgde ik, “het werd dubbel zo bijzonder omdat, ondanks er zoveel onrust is op de wereld ik, wij, dit allemaal mochten meemaken. Want we weten donders goed dat niks vanzelfsprekend is. En dat we mazzel hebben te mogen opgroeien op dit stukje van de wereld.” De man met net zoveel neuzen als het jaar nog dagen heeft, nam een slok koffie en knikte. “Klopt helemaal vriend, klopt helemaal. Ik spreek natuurlijk op zo’n dag als vandaag best wel veel mensen en de rode draad in die gesprekken zijn toch de zorgen over alle ellende in de wereld. Maar ook de zorgen over het huidige politieke klimaat, over hoe de mensen tegen elkaar opgezet worden, puur voor eigen politiek gewin.”
“Nou he, inderdaad. Vaak met gebruik van ‘niet op feiten gebaseerde waarheden’. Onze oude koningin zei het al eerder: De leugen regeert! Wantrouwen lijkt wel de nieuwe volksaard te worden: wantrouwen tegen de wetenschap, wantrouwen tegen de serieuze media, wantrouwen naar elkaar… En hoe we steeds individualistischer worden gemaakt. Ieder voor zich en God voor ons allen! En steeds meer mensen denken het beter te weten, omdat een of andere influencer of andere Alwetende Zonder Hersencellen iets anders verteld. Daarbij lijkt het wel of het respect ook verdwenen is. Grote bekken vind je tegenwoordig overal, zelfs in de bibliotheek of in ziekenhuizen. Toch hou ik mij vast aan de wetenschap dat de meerderheid van onze samenleving nog wel weet wat normen en waarden zijn. Dat houdt mij op de been en verzuur ik niet. Het leven is te kort om zuur te zijn en je dagen te vullen met klagen, voordat je het weet is ‘later’ ineens ‘nu’, Rob de Nijs zong er al een liedje over.”
“Jaaaa,” riep Hermanus enthousiast, “dat is zo’n mooi liedje!”
“En doe mij nu maar zo’n koude pannenkoek met stroop! Dat heb ik al zolang niet meer gegeten!” Lachend pakte ik een pannenkoek uit mijn rugtas, vouwde ‘m open en deed er wat stroop op. De man rolde ‘m op en na drie enorme happen had hij dit oer-Hollandse gerecht weggewerkt.
“Zo dan, ben je uitgehongerd of zo?!” zei ik lachend en pakte direct nog een pannenkoek voor hem. “Ja, dat kun je wel zeggen. De inspanning van het lopen vergt steeds meer energie merk ik wel. Maar vertel eens, zijn er verder nog bijzondere gebeurtenissen geweest in het afgelopen jaar?”
Terwijl ik de twee koffiebekers weer opnieuw vulde met koffie inclusief, hoefde ik niet lang na te denken. “Jazeker! Ze hebben het Groninger gasveld dichtgedraaid en zou je zeggen dat Groningen energie-provincie af is. Maar niets is minder waar, want de provincie heeft nu te maken met enorme velden vol windmolens. Dat is je vast wel opgevallen toen je deze kant opliep.”
“Nou, dat kun je wel zeggen!” zei Herman. Maar het was voor mij ook makkelijker om nu de weg te vinden naar Groningen want ik hoefde enkel de rode lampen te volgen. Het leek rosse buurt wel!” Hij moest zelf erg hard lachen om zijn grap. “Maar zonder gekheid, hopelijk komt er nu eindelijk wat rust in de klei want door het gas kon de rest van het land er warmpjes bij zitten en hebben ze hier heel wat mensen in de kou laten staan!” Vervolgens wees hij naar de oude strokartonfabriek:
“En krijgt Groningen weer Toekomst waar ze recht op hebben!”
“Daar proosten we op!” zei ik en duwde mijn beker tegen de zijne. “Ja, en verder hebben we afgelopen jaar 80 jaar vrijheid mogen vieren, alleen zat er toch een dikke zwarte rand aan vast omdat er nog steeds ongelooflijk veel mensen die vrijheid niet kennen. Ik begrijp wel dat ze vluchten, wat een ellende allemaal. En ik heb sterk het vermoeden dat, God verhoede het, de wereldvrede behoorlijk getest wordt. Door gekken. Gekken die nog democratisch gekozen worden ook! En ik ben daar niet de enige in die zich zorgen maakt.”
Zwijgend keken we voor ons uit en op dat moment vloog een vlucht ganzen over onze hoofden.
Ineens begonnen we gelijktijdig te zingen: “En de vogels vliegen van Oost naar West-Berlijn…”
“Maar goed, laat ik niet té negatief doen. Laten we hopen dat er nog heel wat jaartjes vrede bijkomen, overal ter wereld. Dat scheelt een hoop ellende en zal zich uitbetalen in de Toekomst: geen traumatische ervaringen, geen dood en verderf, geen bommen en granaten…”.
“Dat zou ook een heleboel geld besparen!” zei mijn vriend en zuchtte eens diep.
Opnieuw zwegen we, nu toch wel enkele minuten en dat was best zeldzaam. Want ik heb toch elk jaar best wel veel te vertellen… Verderop daalde sierlijk een zilverreiger neer, het gevogelte kleurde de dag weer wat mooier. “Oh ja, ik heb nog iets heel positiefs! Afgelopen jaar heb ik het weer bijgelegd met twee oude vrienden. Die vriendschap stond even op een heel laag pitje vanwege allerlei veranderingen in mijn leven, maar nu is het weer goed!”
Mijn vriend reageerde nu heel enthousiast: “Dat meen je niet! Nou, daar ben ik erg blij mee! Want het zat mij ook niet lekker al die jaren. Dat doen jullie goed, het leven is te kort voor dit soort gedoetjes!” Vervolgens bezegelde hij zijn blijdschap door een arm om mij heen te slaan en mij stevig beet te pakken. Dat deed mij goed. Elk mens heeft wel eens even een sterke arm nodig, bedacht ik mij.
Of een steun in de rug.
“Bedankt maat!” zei ik, “En je hebt gelijk wat betreft die ‘gedoetjes’. Gedoetjes zijn de basis voor veel ellende. Maar even wat anders, we hebben nóg wat bijzonders gedaan afgelopen jaar, namelijk afscheid genomen van mijn schoonouders en van mijn moeder. Op hun geliefde Terschelling zijn we met onze families over het eiland gaan fietsen om hen te gedenken.”
“Allemaal in één weekend!”
Maar oh wat was dat mooi. En mijn vader was erbij, achter op de tandem en bij elke gedenkplek had hij wel een mooie herinnering met ons te delen. Net als bij mijn schoonouders, toen vertelden hun kinderen en kleinkinderen elkaar de herinneringen. Herinneringen die ons verbonden en verteld moeten blijven worden.”
“Juist!” zei de man naast mij, “En ik sla al die herinneringen van jullie op, want dat is ook de reden van mijn bestaan. Maar beste vriend, het is al bijna half tien en ik moet nog een stukkie dag door zien te komen. Heb je nog iets ter afsluiting? Iets leuks? Iets gezelligs?”
Ik moest lachen en zei: “Je lijkt mijn vrouw wel. Die is ook van het gezellig en leuks doen. Maar over haar gesproken, zij en ik zijn sinds begin december weer even oud. We hebben haar verjaardag samen gevierd in Limburg, onder andere in Maastricht, maar dan zonder André.”
“Zonder André?” vroeg mijn vriend nu verbaasd.
“Ja, André Rieu. Die gozer met dat matje, die dirigent die altijd op het Vrijthof de boel op stelten zet. Maar nu niet. En toch hebben we het heel leuk én gezellig gehad! We zijn nu allebei 60 jaar en daar vinden we wel wat van. Maar de keerzijde is dat ze nu wat minder mag gaan werken vanaf aanstaande maandag en dat gun ik haar. Want ik heb het echt getroffen met haar, ondanks haar streken die ze wel eens uithaalt.”
“Streken? Nou maak je mij nieuwsgierig!” en hij ging nu voor mij staan om mij indringend aan te kijken. “Ja, nou ja, het stelt niks voor, hoor.” zei ik gauw, “maar ze had met mij afgesproken dit jaar géén kerstboom in de kamer te zetten vanwege het feit dat we vlak voor kerst de hele kamer overhoop hadden liggen in verband met een nieuwe vloer. Nadat de vloer erin lag en ik thuiskwam van mijn werk stond er tóch weer een kerstboom in de kamer!! Zonder overleg! Die had ze al twee weken eerder aangeschaft en in haar auto liggen!”
“Dat is toch niet normaal!” zei ik, mijn armen ten hemel heffend.
Nu bulderde de man van het lachen waarna de zilverreiger geschrokken wegvloog. “Ha, ha, kerel, dat is gewoon je eigen schuld. Je bent gewoon een gemiddeld volgzaam type, dat zit gewoon in je!”
Hij had gelijk. Zoals altijd.
“Maar ik moet nu echt verder mien jong, er staan nog een hoop mensen op mij te wachten. Geef me die droge worst maar mee voor onderweg, die lust jij toch niet!”
We omhelsden elkaar en schudden elkaar hartelijk de hand. Vervolgens draaide hij zich van mij af en liep in grote passen weg van de Toekomst. Ik riep hem na:
“Bedankt dat je er weer even was voor mij. Voor nu een goede reis en tot in de Toekomst!”
Hij stak een hand op en keek niet meer om.
Fijne jaarwisseling en alle goeds voor 2025!