Afgelopen maandag was zo’n maandag die mij de bevestiging geeft dat deze periode van het jaar níet mijn geliefde periode is. Wat een kolere weer was het! Ik heb niets maar dan ook niets met de zo geliefde ‘donkere dagen voor kerst.’ Ja, als ik vrij ben en lekker op de bank een spannende krimi zit te streamen, inclusief een glaasje whisky, een toastje gerookte makreel en mijn lieve vrouw op de andere hoek van de bank.
“En je bakkie chips!” Hoor ik haar al sarcastisch roepen.
Zij vindt mij namelijk saai wat betreft de hapjes voor bij de buis op een gezellige zaterdagavond in november. Want ik hoef nooit ‘bijzondere dingen’, ik hoef alleen maar chips, chips en heel soms een toastje met gerookte makreel of gerookte zalm. Met al dat andere spul, Franse kaasjes, Hollandse kaasjes, droge worst, rauwe hammen of hummus dip doe je mij absoluut geen plezier. Tijdens het opschrijven van voorgaande voel ik de zeentjes van de droge worst al tussen mijn tanden.
En ruik ik de kaasjes…
Voor de duidelijkheid: iedereen moet eten wat men lekker vindt, maar laat mij hiervan bespaard blijven. En weet je, wees er blij mee want dan hebben jullie meer! Maar blijf van mijn chips af, mijn chips is mij heilig. Ik heb er ook een speciaal bakje voor want ik eet niet uit de zak. Nee, daar zijn vrouwlief en ik het over eens dat we dat niet moeten willen.
Ik vul het bakje gewoon twee keer!
Niet drie keer hoor, want dan kan ik net zo makkelijk de zak op schoot nemen, maar ik beperk mij tot twee keer, is beter voor de lijnen… eh.. lijn! Maar dit jaargetijde is mij te donker. Ik ben meer van het licht. Gelukkig heb ik een lieve vrouw die mijn leven verlicht, dus ik kom die maanden wel door. Maar zodra het 1 januari is, ben ik de eerste die roept: “We zitten weer aan de goede kant van het jaar!”
Laatst zei iemand tegen mij dat hij het liefst het vliegtuig instapt om naar de zon te vliegen.
Zo’n ‘overwinteraar’ zeg maar. Dat gaat mij dan weer te ver. Letterlijk vanwege de afstand, maar ik ben ook geen zonaanbidder. Als de zon schijnt, prima, doe je ding, maar hem specifiek opzoeken is niet aan mij besteed. Dan onderga ik mijn lot, dat ik woonachtig ben in het druilerige, winderige en soms onstuimige Nederland.
En dan zijn er nog die zogenaamde, steeds terugkerende winterfeesten.
Zoals Sint- Maarten! Nu heeft deze ouwe Heilige het steeds moeilijker om zijn verhaal te vertellen. Want dat uit Ierland/ Amerika overgewaaide Halloween is steeds meer bezig terrein te winnen. Prima hoor, maar ik moet daar altijd zo om lachen. Want dan heeft men het over Nederlandse tradities, dat we die moeten koesteren en moeten behouden. Maar die worden steeds makkelijker overboord gegooid omdat we steeds meer Amerikaniseren.
Tot een bepaalde hoogte.
Zodra het gebruikt kan worden voor eigenbelang ‘in een bepaalde discussie’, is het ineens weer een heuse traditie. Het komt denk ik omdat we niet meer zo aardig voor elkaar willen zijn, elkaar bang maken en vernederen is het klimaat waar we veel beter in aarden.
Kijk maar naar de televisieprogramma’s.
Vroeger hadden we alleen Jerry Springer, een tv-show uit dat oh zo mooie Amerika. Dat kregen we in onze huiskamers via de commerciële tv-zenders die destijds als windmolens uit de grond schoten. Men keek eerst met verbazing naar al die herrie die Jerry uitlokte, maar langzamerhand kreeg het grip op ons onderbuikgevoel en werd er hijgend naar gekeken. De sensatielust kreeg de overhand en tegenwoordig lijkt het zelfs geaccepteerd want sommigen onder ons gaan zich er ook naar gedragen!
Zelfs vrijwilligers van een Sinterklaas intocht worden bedreigd!
Ja, de Heiligen onder ons hebben het moeilijk. Net zoals Sint- Martinus, die sneeuwt onder door Mister Halloween. Kennelijk is elkaar bang maken veel leuker dan een snoepje uitdelen aan zingende kinderen met een lampionnetje. Liedjes over Sint- Maarten, een Heilige uit het verleden die zich bekommerde om de mensen die niets hadden.
Die gozer die zijn mantel afstond aan een arme donder op straat.
Maar het is een trend. Steeds vaker verliest de sociale cohesie, wat wij ooit echt hadden en waar ons land hoog in de rangorde op scoorde, terrein. Roerige tijden volgen elkaar in rap tempo op. Dan zou je willen dat de politiek het goede voorbeeld geeft, maar die lijken nu helemaal ‘van God los te zijn’ te zijn! Puur voor eigen gewin: niks oplossen zodat je partij kan blijven bestaan, terend op het onderbuikgevoel, op het eigen chagrijn. In plaats van crisissen op te lossen creëren ze crisissen en is er elke dag wel weer gezeik en gedoe.
Als ik zo mijn werk zou doen krijg ik een functioneringsgesprek.
Over werken gesproken, vorige week had ik het nog over de noeste arbeid die onze voorouders bezigden om het land op te bouwen. Daarnaast zorgden ze ook voor goede afspraken tussen werkgever en werknemer, over bijvoorbeeld de arbeidsomstandigheden. Toen was men nog lid van een bond en stemden men sociaal. Nu zien we dat de bonden echt moeten leuren om leden binnen te krijgen en worden de arbeiders partijen genegeerd. Het gaat ons kennelijk te goed, we zijn zó gewend aan de welvaart dat we alleen nog maar aan onszelf denken.
Ikke, ikke en de rest kan stikken.
Ach ja. En Sinterklaas werd al oubollig gevonden en verloor terrein aan de Kerstman, ook uit dat gezellige Amerika. Kon je het vroeger nog af met kleine cadeautjes op Sinterklaasavond, met kerst lijkt er geen financiële grens meer te bestaan en tiert de welvaart als een flinke decemberstorm over ons land. En dan heb ik het nog niet eens over de uitgaven van het vuurwerk….
Gulheid versus hebzucht, een strijd die steeds vaker gewonnen wordt door hebzucht.
Afgelopen maandag was het Sint-Maarten, een kinderfeest ter ere van de heilige Sint- Martinus, een feest die in mijn jonge kinderjaren nog volop gevierd werd. Dit feest heeft, net als ons landje, de wind tegen.
Wat zeg ik, het stormt!