Zoon Sven en zijn vriendin kwamen er speciaal voor naar Winschoten om getuige te zijn hoe ik het cadeau van de kinderen, een helikoptervlucht, ten uitvoer zou brengen én ervaren, bijgestaan door zijn bonusbroer Bas en vriendin. Doemdenkers zouden dat interpreteren als sensatie, stel dat hij eruit valt of dat de heli een tik van een van de vele windmolens krijgt, net genoeg om roterend ter aarde te storten. Maar deze mannen en vrouwen zijn geen doemdenkers, ze waren enkel net zo enthousiast als ik was. Uiteraard wel met de nodige grapjes.
Maar daar deed ik zelf ook aan mee.
De spontane knuffels alvorens ik de helikopter instapte bewezen wel dat er toch de nodige knoopjes in de magen te vinden waren. Maar daar had ik geen last van, ik was superrelaxed en dat kwam waarschijnlijk weer doordat de voorbereidingen best wel soepel verlopen waren. Nu zal je je afvragen wat ik bedoel met voorbereidingen, want ja, een helikoptervlucht is eigenlijk net zoiets als in een trein, vliegtuig of op een boot stappen.
Zolang de bestuurders maar weten hoe ze het voertuig moeten besturen, toch?
Nee, het betrof de voorbereidingen die mijn vrouw en ik moesten uitvoeren alvorens het weekend te beginnen. Zo maakte mijn vrouw de slaapkamer voor de logees uit Den Haag, Sven en vriendin, klaar en bakte ze wat lekkernijen voor bij de koffie. Mijn taak bestond uit boodschappen doen en het maken van twee flinke schalen lasagne zodat iedereen die maar aan wilde schuiven mee kon eten. Voornamelijk om mij het de bewuste zaterdag zo gemakkelijk mogelijk te maken, want dan hoefde ik niet aan het einde van de middag nog de keuken in.
Hooguit één keer, om de lasagne in de oven te schuiven.
Naast dat had het nog twee voordelen, namelijk dat wanneer er toch iets mis zou gaan tijdens de vlucht, er toch eten was voor de overlevenden én voordeel twee was dat als ik het overleven zou, ik gezellig mee kon praten met het gezelschap over de vlucht, maar ook over de verhalen die zij te vertellen hadden.
De beleving vanaf de vaste grond en de beleving vanuit de lucht.
We begonnen de dag begon met een redelijk uitgebreid ontbijt zodat we met een goed gevulde maag de dag beginnen konden, uiteraard inclusief kleine pannenkoekjes want dat is tegenwoordig standaard als de jongens komen.
Op de een of andere manier liet ik vandaag de wentelteefjes achterwege..
Ik was dus erg relaxed. Zelfs toen mijn vrouw ineens zei dat we op moesten schieten. Want vanwege het evenement De Run waren er veel afzettingen en moesten we deels omrijden om naar Emmer-Compascuum te rijden, de plek waar ik de lucht in zou gaan. Emmer- Compascuum ja, een plaats die ik ooit heb leren kennen in de serie ‘Toen was geluk heel gewoon’, met Zus Stokvis en haar Oom Tjedde.
Maar dat even terzijde.
Toch bleef ik relaxed, zelfs toen we het terrein met de hangar opreden. Want een auto met aanhanger passeerde ons en op die aanhanger stond een blauwe Zündapp 517, mijn eerste (en laatste) brommert die bekend stond als ‘de langzaamste brommer van Terschelling’. Ja, ik werd even teruggegooid naar mijn puberjeugd en toen moest ik wel even slikken. Want was dit het begin van een film, een film waar je mensen wel eens over hoort alvorens ze hun laatste adem uitblazen?
“Dat is toeval!” zei mijn vriend die ook mee was, “Maar wel een mooi toeval!”
De helikopter die er stond leek uit een pretpark vandaan gehaald te zijn, je weet wel, zo’n ding op van die rails waar je je dan als papa in moet wurmen om je kind bij te kunnen staan. Toen ik dichterbij kwam, viel het ook wel weer mee. Maar toen hij ging starten nadat de passagier instapte die voor mij was, deed deze helikopter mij toch weer denken aan het starten van mijn Zündapp. Na wat gejengel, wat knallen en nog wat gejengel kregen ze hem uiteindelijk aan de praat.
En hoorde ik het betrouwbare geluid van een helikopter.
Of was dat de wens van mijn gedachte. De toeschouwers werden wat stiller, keken mij vol medelijden aan en waren in alles dankbaar dat zij niet in mijn sneakers stonden. Daarentegen was ik nog steeds superrelaxed, was ik er helemaal klaar voor en zelfs mijn hoogtevrees bleef keurig in dat vergeten kamertje in mijn hoofd.
Daar was ik kennelijk overheen gegroeid.
Iets na twaalf uur kwam de heli weer terug en nadat de passagier weer uitgestapt was, mocht ik plaats nemen terwijl de motor nog volop aan stond en de rotoren volop draaiden. Eigenlijk net als in die Vietnam- oorlogsfilms uit het verleden, rende ik iets gebukt naar de heli en stapte in. De Marshaller maakte mijn riem vast, wees mij op de koptelefoon boven mijn hoofd en sloot daarna de deur af. De piloot schudde mij de hand en stelde zich voor als Steven en vroeg of ik wensen had om naartoe te vliegen, er wel rekening mee houdend dat we qua tijd een kleine 80 km konden vliegen.
“Richting Winschoten graag!”
De duim ging omhoog en de helikopter maakte zich los, draaide even de neus richting ‘mijn aanhang’, draaide weer naar voren en vervolgens vlogen wij voorwaarts, met de neus iets naar beneden zoals ik gewend was van helikopters, een geweldige ervaring!
We vlogen!
Piloot Steven vertelde enthousiast dat we het troffen met de weersomstandigheden; een lekker temperatuurtje, een mooi, nazomers zonnetje en een blauwe hemel met veel ivoorwitte wolkenpartijen die voor ons de horizon nog meer deed vormen. Ik genoot van alles voor mij, boven mij en vooral onder mij, de veelkleurige vlakken van de weilanden met haar strakke lijnen, de dorpen en de windmolens die onder mij wegdraaiden. Even dacht ik beneden kinderen te zien op een sportveld die mee renden met de schaduw van de helikopter en wijzend naar het spektakel boven hun hoofden.
Een flashback uit het verleden.
Na een half uurtje werd de daling weer ingezet en stond ik niet veel later met beide benen weer op de grond en volgde een fijn weerzien met vrouw, vriend en kinderen. Ze filmden mij, in de hoop mijn emoties vast te leggen.
Ze kregen hun zin!