Opinie en verhaal

Column: Vrienden voor het leven

- advertentie -

In mijn vroegste herinneringen begon ik zo’n beetje vriendjes te krijgen tijdens mijn Lagere School periode. Maar eigenlijk waren alle kinderen in het dorp waar ik opgroeide wel vriendjes van elkaar.

- advertentie -

Plus de kinderen uit de buurtschappen rondom het dorp.

Oké, met de een speelde je wat langer dan met de andere of je kiende het uit met wie je speelde. Uitkienen? Ja, uitkienen, dat durf ik nu wel te bekennen na al die jaren. Want er was een vriendje, Brammes, waarvan de ouders een camping hadden en die hadden een patat-automaat! Dan kregen we een gulden van zijn moeder en konden we een bakje patat uit de automaat krijgen. Je zag dan, kwijlend door het kijkvenster aan de voorkant, de patatten bruin worden in het vet van het apparaat. Het moment dat het plastic patatbakje door een vernuftig systeem voor de uitgang kwam te liggen, waarna het zich graag liet vullen met goudgele frieten, gaf een gevoel van bewondering, verwondering en…

Verrukking!

De camping was bijzonder omdat het een jeugdcamping betrof en dat bracht ons veel interessante inzichten. Voor ons als vroegpubers, maar helemaal toen we echt aan het puberen waren. Mijn vriendje en ik deden ook zo nu en dan klusjes, zoals met een zitgrasmaaier en aanhangertje de vuilnis bij de tenten ophalen, zigzaggend over het terrein want met mooi weer lagen de heren en dames buiten de tenten, nog brak van de avond ervoor door veel vertier met het nodige bier. Van pillen slikken had men nog nauwelijks gehoord en de xtc was nog in ontwikkeling.

- advertentie - - advertentie -

De enige pil die toen geslikt werd was de anticonceptiepil.

Winterdag was het daar ook goed vertoeven want als we op woensdagmiddag televisiekeken dan kregen we een bakje chips, iets wat ik thuis in mindere mate kreeg. En zij hadden kleurentelevisie, niet geheel onbelangrijk in de zwart-wit wereld bij ons thuis.

Maar we klaagden niet hoor!

Een ander vriendje was Leendert. Hij woonde vlak bij de dijk en zijn ouders zaten in de fouragehandel. Zijn vader was een reus van een kerel met een net zo’n groot hart, een man die keihard werkte, goudeerlijk was en heel slecht tegen onrecht kon. Zijn moeder was de helft kleiner maar haar hart was twee keer zo groot. Samen vormden zij een twee-eenheid, een karakteristiek koppel die wereldberoemd waren op het eiland en ver daarbuiten.

En ze hadden een herdershond die altijd in de buurt van zijn baas te vinden was.

Ook stond er zo nu en dan een koe of stier op het grasveld voor het huis en hadden ze kippen. Naast de enorme ruimte om vrijuit te kunnen spelen werd deze plek later, toen ik puberde, voor mij een vast plek waar ik graag op de koffie kwam. Ook was het de plek waar wij sleutelden aan onze brommers. Nou is ‘wij’ niet helemaal het juiste woord in dit verband want Brammes en Leendert waren aan het sleutelen.

Ik stond erbij en keek ernaar.

Maar ik kwam er graag, kon op de een of andere manier daar heel goed over mijn puberfrustraties praten. Die frustraties had ik waarschijnlijk ook thuis wel kunnen bespreken maar dat was toch anders en bij deze mensen voelde ik mij toch vrijer om het over van alles en nog wat te hebben.

Ondertussen werd de vriendschap met Leendert en Brammes alleen maar sterker.

Toen we 18 jaar waren gingen we met zijn drieën op vakantie naar Valkenburg en jarenlang bleven we elkaar volgen, ondanks de afstanden en in goede maar ook in slechte tijden. Triest dieptepunt was het verlies van Arjen, de zoon van Leendert die slechts een half jaar oud mocht worden.

Dat trok een zware wissel op iedereen.

Enkele jaren geleden werd onze vriendschap op de proef gesteld. De schuld lag bij mij. Het was de periode na mijn scheiding. Ik had mijn baan in Den Haag opgezegd en mijn flatje verruilde ik voor een nieuwe start in Groningen. Daarbij moest ik ook weer naar school en dat legde behoorlijk druk op deze 50-plusser mag ik wel zeggen want de laatste keer dat ik naar school ging was rond mijn 25ste. Ik krikte toen mijn kennis weer wat op middels avondonderwijs, onder andere het vak geschiedenis. In diezelfde klas zat een man van in de 70.

Die was zelf al geschiedenis.

Maar ruim 25 jaar later moest ik er weer aan geloven en dat was toch wel een beproeving. Ik legde de lat hoog want ik moest en zou slagen voor deze opleiding omdat er een vaste baan aan vast zat, een baan waardoor ik mij definitief in Groningen kon vestigen en niet meer heen en weer hoefde te reizen tussen Den Haag en Winschoten. Die afstand werd mij te groot en ik had ook even afstand nodig richting mijn vrienden, dat had ik nodig in mijn overtuiging.

Natuurlijk pikten de mannen dat niet.

Maar ik zette door en de breuk werd werkelijkheid. In de loop der jaren die volgden was er alom verbazing om mij heen dat deze vriendschap voorbij was. En die verbazing deelde ik ook, ik droomde er zelfs over. Als ik sliep, liep de vriendschap gewoon door, heel apart. Wanneer ik deze stap verdedigen moest, gaf ik altijd wel aan dat mocht ik mijn vrienden tegenkomen, ik ze met open armen tegemoet zou treden. Dat was gemeend en werd alleen maar sterker doordat ik steeds meer lande in mijn nieuwe werkelijkheid, het leven en wonen in het mooie Groningen en het plezier wat ik weer kreeg in het werk bij mijn nieuwe werkgever.

De stap zetten kwam niet in mij op.

Tot enkele weken geleden. Er werd een Lagere School reünie van onze oude klas gepland, in oktober van dit jaar. Er werd een groepsapp aangemaakt en ineens zag ik enthousiaste berichtjes voorbijkomen van oud- klasgenoten. En van Brammes en Leendert! Ik haakte daar ook op in en kort daarop kreeg ik een persoonlijk Appje van Leendert met de vraag om met elkaar af te spreken en de lucht te klaren.

Twee weken later konden we elkaar weer in de ogen kijken en het was direct weer goed.

Vrienden voor het leven, je komt erachter, vroeg of laat! (Jan Smit)

Dit kan u ook interesseren

Back to top button