3 juni 12.00 uur testbericht NL-Alert: De kracht van NL-Alert
Landelijk – Een indringend geluidssignaal, vrij onaangenaam voor het oor. Hoor je dat op maandag 3 juni om 12 uur uit je telefoon komen, dan krijg je het NL-Alert-testbericht binnen. Wie verstuurt zo’n bericht eigenlijk? Hoe vaak? En is dat nou wel nodig?
Twee keer per jaar, in juni en december, ontvangen alle Nederlanders met een smartphone een testbericht van NL-Alert. De overheid test daarmee het bereik onder inwoners, om bij een ramp of crisissituatie zo veel mogelijk mensen snel te kunnen waarschuwen en te vertellen wat ze het beste kunnen doen. De minister van JenV beslist wanneer er een landelijk NL-Alert uitgaat. De NCTV is verantwoordelijk voor de uitvoering van dat proces.
Wij drukken op ‘versturen’
Lieke Voortwist en Wesley Blom werken bij de frontoffice van het Nationaal Crisiscentrum, onderdeel van de NCTV. Ze hebben beiden het dossier NL-Alert in hun takenpakket. Dat betekent dat zij ‘achter de knoppen’ zitten als er een verzoek binnenkomt voor een landelijk NL-Alert.
Wesley: “Maandag 3 juni gaat het om een testbericht. Maar als er echt een noodsituatie is, komt er bij ons een verzoek binnen van bijvoorbeeld de hoofdofficier van dienst van de politie. Wij zetten een beslisboom in gang om te bepalen of er inderdaad een NL-Alert uit moet. Zo ja, dan stelt een communicatieadviseur een tekstvoorstel op. De goedgekeurde tekst zetten we in het systeem, dat vraagt of je het bericht écht wilt versturen. Drukken wij op oké, dan krijgt bijna heel Nederland meteen een NL-Alert binnen. Bij de laatste test bereikten we 92% van de Nederlanders.”
Direct impact
“NL-Alert 18-02-2022 17:12: Extreme weersomstandigheden in grote delen van Nederland. Blijf binnen. Bel alleen 112 bij levensgevaarlijke situaties. Het noodnummer is overbelast. Nadere informatie en updates op politie.nl.” Dit bericht stuurden Wesley en Lieke het land in op vrijdag 18 februari 2022 om 17.12 uur.
Lieke: “Vlak daarvoor kregen we een verzoek binnen voor een NL-Alert in verband met storm Eunice. Die liet vrachtwagens van de weg af vliegen, en het noodnummer 112 was niet meer bereikbaar wegens overbelasting. We verstuurden zo snel mogelijk het bericht. Nog geen 10 minuten later was 112 weer goed bereikbaar. Dat is mooi aan dit werk: het heeft direct impact, en daar red je in zo’n geval levens mee. Je moet NL-Alert natuurlijk wel alléén gebruiken als het écht om een noodsituatie gaat. En dan ook de juiste informatie verschaffen. Anders brengt je bericht juist méér chaos teweeg!”
Voorloper
Inmiddels bestaat NL-Alert meer dan 11 jaar. Het is in die tijd, regionaal en landelijk bij elkaar opgeteld, zo’n 1250 keer ingezet in noodsituaties, zoals een grote brand, terroristische aanslag of onverwacht noodweer.
Janneke Nijdam werkt als coördinerend beleidsmedewerker bij de afdeling Meldkamers, Crisiscommunicatie en Alerteren van JenV. Janneke: “NL-Alert is het primaire alerteringsmiddel voor Nederland. Het is echt van deze tijd omdat het via de mobiele telefoon werkt. Een groot voordeel is dat je er niet alleen alarm mee slaat, maar óók duidelijke handelingsperspectieven kunt meegeven, en vindplaatsen voor meer informatie. Met het bereik van 92% bij het vorige testbericht zijn we dus zeker blij. We zijn als Nederland een voorloper met deze manier van alerteren richting de bevolking. Landen als Noorwegen en Denemarken kijken naar ons als voorbeeld, al kijken we ook naar hen als het gaat om nieuwe ontwikkelingen.”
“Toch kunnen we NL-Alert altijd nog verbeteren en het bereik verder vergroten. Via publiekscampagnes bijvoorbeeld, ook richting specifieke doelgroepen zoals ouderen en jongeren. En onlangs hebben we de NL-Alert-app gelanceerd, voor mensen met een communicatieve beperking en voor mensen die bij de grens wonen en niet altijd een NL-Alert ontvangen. Bij de doorontwikkeling van NL-Alert en de app betrekken we bewust de gebruikers.
Voor de toekomst werken we aan het nog preciezer versturen van regionale NL-Alerts via geofencing. En aan meertaligheid en nog meer inclusiviteit voor mensen met een beperking. Een uniforme en gestandaardiseerde werkwijze is heel belangrijk, omdat het alarmeren snel moet gaan. Zeker als je kijkt naar de dreigingen van deze tijd, zoals extreem weer of dreigende conflicten. Een goed NL-Alert blijft dus steeds in ontwikkeling. En regelmatig testen hoort daarbij.”
3 juni testbericht
Ook op de werkvloer merken ze dat NL-Alert steeds verder wordt verbeterd. Wesley en Lieke trainen hun collega’s, verbeteren werkprocessen en beslisbomen en sluiten binnenkort weer aan bij een NL-Alert Gebruikersraad. En ook zij evalueren regelmatig hun werk. Lieke: “Er gaan veel vaker regionale dan landelijke NL-Alerts uit. De veiligheidsregio’s hebben er dus veel meer ervaring mee dan wij, en we leren graag van hen.”
Maandag 3 juni om 12 uur is dus het volgende testbericht. Lieke: “Dit keer verstuurt de meldmaker van de Landelijke Meldkamer Samenwerking (LMS) het bericht en zitten wij klaar als back-up-team. In december is het weer andersom. Zo kunnen we altijd het testbericht versturen, wat er ook gebeurt. Misschien vind je het gepiep op je telefoon irritant, maar laat je meldingen vooral aan. Dan ontvang je namelijk ook een NL-Alert als er wel echt een noodsituatie is bij jou in de buurt.” Ook op de afdeling van Janneke is 3 juni toch wel een speciale dag: “We laten in onze afdelingsapp weten of het testbericht is binnengekomen bij iedereen. Ik ben vooral heel benieuwd wat het bereik dit keer zal zijn. En na afloop komt het belangrijkste: hier weer van leren en met die kennis NL-Alert verder verbeteren.”