Column: De wondere wereld van het huisdier
Sinds wij een hond hebben valt het mij op dat ik steeds op mijn tijdlijnen geconfronteerd word met informatie/ advertenties over en voor honden. Logisch, want we zoeken nog wel eens wat op over de hond op het internet en dat is allemaal data, het nieuwe goud zoals men wel eens zegt. Niks complottheorie, gewoon de harde werkelijkheid.
Het digitale tijdperk.
Op mijn tijdlijnen belast men mij met allerlei wetenswaardigheden over de hond. Zo weet ik nu hoe een kwetsuur te herkennen is bij een hond. Of waarom een hond zich steeds krabt. Of waarom het platte ontlasting heeft. Of waarom een hond ‘sleetje’ rijdt. Of waarom een hond plat gaat liggen als je hem of haar wilt aaien. Of juist steeds weer bij je wegloopt als je het dier wilt aaien.
Elke dag wijzer.
Maar de interesse daarvoor is natuurlijk ook aangewakkerd, door het hebben van een hond ga je je er ook in verdiepen. Voorheen hadden we daar niet echt die voelsprieten voor, die waren meer gericht op onszelf, de kinderen en de kleinkinderen. En natuurlijk alle mensen om ons heen, van familie en vrienden tot en met collega’s.
Kortom, gericht op de mensheid.
Daarmee is het ook makkelijker communiceren dan met de hond zelf, ik heb nog niet een keer een goed gesprek gehad met ons hondje. Wel heb ik mijzelf betrapt om toch een gesprek te beginnen, bijvoorbeeld als ik thuiskom van werk en de dame hier in huis nog niet thuis is. Meestal begint het gesprek dan met: “Hallo, ben jij lief geweest? Heb je lekker geluierd de hele dag? Ja hè, en nu wil je lekker even uit natuurlijk, even plassen.” Het enige antwoord is een kwispelend, rondjes springend beest dat ook nog eens voor je voeten gaat lopen.
Niks goed gesprek, enkel de boodschap: ‘Ik wil uit!’
Maar onlangs hoorde ik op de radio een gesprek met een emeritus-hoogleraar antrazoölogie, gespecialiseerd in de relatie tussen mensen en dieren. Het ging over een nieuwe, uit Engeland overgewaaide trend, namelijk over maaltijdboxen. Nu dacht ik eerst aan de maaltijdboxen van Maffe Thierry, maar niets was minder waar.
Het was nóg gekker!
Het ging over maaltijdboxen voor de hond of kat, gemaakt en gekookt volgens de richtlijnen van de mens en voor het luttele bedrag van 200 euro. Een maaltijd box met gevarieerd voedsel volgens de Schijf van Vijf, maar dan in brokken à la haute cuisine. Volgens de spreekster worden dieren steeds meer gezien als onderdeel van het gezin, iets waar ik een heel eind in mee kan gaan. Want ik ben van mening dat wanneer je kiest voor een huisdier, je er alles aan moet doen om het dier goed te verzorgen.
Tot de dood je scheidt.
Maar ik ben ook van mening dat we hier steeds meer in doorslaan. Doorslaan in de welvaart die ons welgevallen is. En daar wordt dan weer gretig misbruik van gemaakt door slimmeriken die dan de dierenliefhebbers benaderen met allerlei onzin producten. Puur voor eigen gewin, ten gunste van hun eigen portemonnee.
Ten koste van onze portemonnee.
Ik ging eens kijken op zo’n website en werd vervolgens begeleid door een heuse dierenarts, met de mooie naam Anaïs. Er werden vragen gesteld die mij stap voor stap naar de allerbeste maaltijd zouden leiden voor onze hond. Uiteindelijk kon de keuze gemaakt worden en was ik nog maar een paar klikken verwijdert van een snelle toezending van de box. Dat snelle toezenden snap ik ook wel weer. Je betaalt zo’n hoge prijs dat de kok het zelf wel even komt brengen.
Tafeltje Dekje voor uw huisdier.
Ik besloot deze dierenarts eens te gaan googlen, op de naam Anaïs want iedereen kan zich wel dierenarts noemen. Tot mijn verbazing kwam ik de volgende namen tegen, allemaal dames die diergeneeskunde gestudeerd hadden: Anaïs Colman, Anaïs Hermans, Anaïs de Brouwer, Anaïs Baalman en Anaïs Wittmann. O ja, en Anaïs Anaïs, alleen heeft die niks met dieren, waarschijnlijk wel met dierproeven, maar dat is weer een ander onderwerp.
Anaïs is kennelijk een gewilde naam onder de diergenezers.
Dit zaakje stinkt en ik vraag mij af of die dierenactivisten van PETA zich hier ook mee bezighouden in plaats van idiote praatjes over houten dieren in de draaimolens verzinnen. Dat was typisch zo’n welvaarts-discussietje, we weten van gekkigheid niet meer wat we moeten verzinnen om zo gelukkig mogelijk te kunnen leven. Er kwam dan ook een lawine aan reacties op waar ik dan wel weer om moest lachen, hoe triest het ook is dat we ons in deze tijden met dit soort zaken bezig moeten houden.
Überhaupt vraag ik mij af waarom de media aan dit onzinverhaal aandacht besteed heeft.
Want wat komt er na de draaimolen dieren? Alle tattoos van dieren. En mag je straks ook niet meer boompje klimmen, want daarmee ondermijn je de wandelende tak? En je mag ook niet meer zeggen dat je even moet pissen want daarmee heb je totaal geen respect meer voor de pissebed? Uiteraard ben ik tegen dierenmishandeling, in welke vorm dan ook.
Maar dan heb ik het over echte dieren!
Geweld is waar we al snel aan denken maar een dier gaan behandelen als mens gaat mij ook te ver. Ik ben voorstander van dat baasjes eerst een toets moeten afleggen, of men wel geschikt is om een hond of kat op te voeden. Plus een papier laten tekenen dat de hond tot zijn einde blijft en niet na een jaar ergens gedropt wordt, omdat de meubels opgevreten worden of omdat er over het kleed gepist is.
Of omdat het vakantiehuisje geen honden wenst.
Wat dat betreft kun je een dier wel degelijk zien als een gezinslid. Wanneer je voor kinderen kiest en je je gelukkig mag prijzen ze te kunnen krijgen, kies je automatisch voor de verantwoording die daarbij hoort. Dat geldt voor alles wat leeft, dus ook het konijn, de goudvis, de giftige Cobra, hamster, hond of kat. Als je dat beseft zouden veel dieren opvangplekken gesloten kunnen worden.
Maar kennelijk vergeten we dat snel door eigen belang.