Opinie en verhaal

Column: Buitenspel

- advertentie -

Volgens mij was het rond mijn 6e dat ik op voetbal ging, bij Quick’35. Daarvoor deed ik niet aan sport, speelde enkel veel buiten. De stap om op voetballen te gaan was een kleine want in die tijd werd er nog veel gevoetbald op straat.

- advertentie -

Het verkeer was in die beginjaren ’70 te verwaarlozen.

Eenmaal bij de club speelde je competitie maar die was rijk van eenvoud: óf je speelde tegen TVV óf je speelde tegen AVV. Meer smaken waren er niet op Terschelling. Rond mijn 18e begonnen we een competitie met ploegen ‘van de Wal’ en was je een hele dag kwijt om een voetbalwedstrijdje te spelen.

Maar dat maakte niet uit.

De liefde voor het spelletje maakte veel goed. En je was de hele dag samen met je vrienden, zat tijd om lol te maken of het over de meiden te hebben. Om de week ging je kijken bij het Eerste, op zondagmiddag want dan speelden ze thuis. De 3e helft speelde zich meestal af in kroeg de OK-18 waar wij jongeren graag kwamen. Naar de ‘echte’ wedstrijden in de nationale competitie gingen we eigenlijk niet. Die wedstrijden keken we op zondagavond, mits we al niet op de bank in slaap gevallen waren van alle biertjes die we die middag genuttigd hadden.

- advertentie - - advertentie -

Bij ons thuis was mijn vader voor Ajax, mijn moeke voor Oranje en mijn broer en ik voor Feyenoord.

Ik was wel eens in een stadion geweest hoor, dat was in het Cambuur-stadion. Ik was toen 16 jaar en zat in de kost in Leeuwarden. Samen met lotgenoot Richard die verderop in een kostgezin woonde gingen we naar een doordeweekse wedstrijd. Mijn actieve herinnering aan deze wedstrijd was dat ze tegen FC Groningen speelden en dat Groningen toen promoveerde naar de Eredivisie maar exact weet ik dat niet meer.

Feit blijft dat FC Groningen dat jaar, 1980, wel promoveerde.

Rond mijn 20ste jaar verhuisde ik van het eiland naar Den Haag en heb ik nog even bij het Voorburgse DEVJO (nu Forum Sport) gevoetbald. Na een herniaoperatie bleef het daarbij. Wel gingen we met een groepje liefhebbers naar de wedstrijden Ajax-Feyenoord of naar Feyenoord-Ajax. De kaarten kochten we bij de sigarenboer en het 8-koppige gezelschap bestond uit fans van beide clubs. Ik was inmiddels fan van Ajax geworden maar wist goed voetbal van tegenstanders ook te waarderen.

Verstand komt met de jaren!

Dat waren leuke uitjes. We zaten met zijn allen in een gemengd vak: vrouwen, mannen, jongens, meisjes en je was óf voor Ajax óf voor Feyenoord. We rookten een sigaretje, dronken onze biertjes gewoon op, juichten als er gescoord werd of vloekte als het niet zo goed ging. Ook dit evenement onttrok wel wat tijd van je vrije zondag maar dat deerde niet. Dat had je er simpelweg voor over. De strijd op het veld, de onderlinge ‘strijd’ in het vak en de lol die je met elkaar had maakte een hoop goed.

Weer een poos later kreeg ik kinderen, drie jongens.

En alle drie gingen ze op voetbal. Ze begonnen rond hun 7e jaar als F’jes. Ik probeerde zowel bij de trainingen als bij de wedstrijdjes te zijn en schopte het later in mijn enthousiasme ook nog tot coach van de E4, waar mijn oudste zoon in speelde. Als vader van drie voetballende zoons stond ik dan ook soms hele zaterdagen op de velden, bij de club zelf (RKAVV Leidschendam) en op de vele voetbalvelden in en rondom Den Haag. Maar ik vond dat niet erg want zowel de jongens als ik genoten enorm van het spelletje.

En ik leerde een belangrijke les.

Ik leerde dat al die mensen die mijn kinderen een paar uurtjes plezier bezorgden, goud waard waren. De trainers, de kantine medewerkers, de krijtlijnentrekkers en de grens- en scheidsrechters, allemaal vrijwilligers die hun vrije tijd opofferden voor andermans plezier. En dat beseffende realiseerde ik mij ook dat het beter was om mijn mond te houden wanneer ik het niet eens was met een beslissing van de scheidsrechter. Of wanneer een spelertje iets te hard inkwam om de bal te veroveren.

Zwijgen aan de zijlijn was ook goud!

Want het escaleerde wel eens en dat is nog zachtjes uitgedrukt. Al jaren zien we hoe volwassenen vanaf de zijlijn tekeergaan op al het zogenaamde onrecht in het veld. En het maakt niet eens uit in welke klasse er gespeeld wordt of om welke leeftijdsgroep het gaat. Het verstand lijkt grotendeels thuisgelaten te worden, een vrijbrief om los te gaan? Vooral kinderen schamen zich de ogen uit de koppies bij het horen van de meest vreselijke verwensingen en zelfs bedreigingen. Waarom? Omdat hun zogenaamd onrecht aangedaan is.

Laat mij niet lachen!

Er is zeker onrecht op de wereld maar niet op de sportvelden! Of in stadions. De wedstrijd Feyenoord – Ajax van vorige week zondag bevestigde maar weer eens de agressie die we steeds vaker zien. Maar niet alleen bij deze Eredivisieclubs hoor, het oerdomme gedrag weet zich steeds meer in álle stadions te ontwikkelen, vaak onder invloed van bepaalde, ‘geestverruimende’ middelen. Niet van het bier.

Nee, dat gooien we tegenwoordig op het veld…

Dat groepje mannen waarmee ik nog wel eens naar de hierboven genoemde klassiekers ging, zijn figuurlijk uit de Vakken gejaagd door al dat idiote gedrag. De lol was eraf en ja, dan kun je je tijd wel beter gebruiken dan urenlang onderweg te zijn voor een voetbalwedstrijdje. Met een net voor je snuit want men was bang voor wat er naar de hoofden van de voetballers geworpen zou worden.

Ik zag een hele dappere Steven Berghuis zich uiten over de week vóór de wedstrijd.

Op een hele rustige, beschaafde manier benoemde hij wat het allemaal met hem en zijn familie deed. Een jongen die ooit ging voetballen omdat het zo’n leuk spelletje is. Helaas sloegen de extremisten onder ons weer door, op de tribunes, op het internet en in de media. Maar uiteindelijk lost het probleem zichzelf op: Supporters mogen niet meer naar een uitwedstrijd, clubs kunnen de idioot hoge salarissen niet meer betalen en lopen leeg vanwege de agressie en vrijwilligers laten zich niet meer uitschelden en blijven weg.

Het voetbal zet zichzelf buitenspel.

Dit kan u ook interesseren

Back to top button