Eindejaarscolumn: 2022, een terugblik
Zoals elk jaar had ik vanmorgen weer een afspraak met mijn oude, door het leven wijs geworden, vriend Herman Bernardus Antonius. Altijd op deze dag, geen dag eerder of later. Ook deze keer hadden we weer buiten afgesproken om het jaar wat achter ons ligt, door te nemen. Eigenlijk begint het al een behoorlijke traditie te worden en ik geniet er elke keer weer enorm van. Vooral omdat ik weet dat zowel mijn Opa als mijn vader dat in het verleden ook altijd deden. Zij roemden elk jaar het bestaan van deze hele bijzondere man.
De man die net zoveel neuzen heeft als het jaar nog dagen!
We hadden vanmorgen vroeg afgesproken. Deze keer niet op de Pieter Smitbrug maar bij de dit jaar gerestaureerde Kloosterbrug. Onder de paraplu checkte ik nog even mijn rugtas, of de koffie, de borrel en de broodjes bal de wandeling ernaartoe overleefd hadden want zoals elk jaar verzorg ik de inwendige mens van mijn vriend. Dat scheelt hem een hoop gedoe want hij is zwervende en moet vandaag nog het hele land door. Ineens een harde brul:
“Hutssssss!”
Ik keek over het Winschoterdiep in de richting waar de brul vandaag kwam. Het was niet te missen, daar kwam hij aanlopen, onmiskenbaar mijn vriend! Nu was dat ook niet zo moeilijk want zijn rijzige gestalte torende altijd al boven alles uit en de hoed, lange lederen jas, dikke baard en de handgesneden wandelstok in de hand waren kenmerkend voor deze reizende tijdsgeest. De begroeting was hartelijk en gemeend: twee flinke klappen op mijn schouder en daarna de omhelzing.
Zo oud en nog steeds zo krachtig.
“Zó!” zei hij, “daar zijn we weer! En ik snak naar koffie om de binnenkant wat te warmen want het is maar een natte boel vandaag.” Lachend schonk ik de koffie in en een scheutje van de jutterbitter, uit de fles die ik met kerst van mijn vader gekregen had. “Dit zou moeten helpen.” en gaf hem de mok. Na een paar slokken en goedkeurende geluiden over de inhoud van het gebodene begon hij te praten. “Ik zag onderweg weer veel mensen die gezellig met elkaar aan het praten waren en ook in de winkelstraten zag ik weer veel volk. Is de pandemie nu eindelijk achter de rug?”
Het gesprek was begonnen!
“Ja, daar lijkt het gelukkig wel op. Ik hou nog een slag om de arm maar ben voorzichtig positief. Het werd tijd ook want hele families raakten erdoor ontwricht omdat de neuzen niet allemaal dezelfde kant opstonden. Er zijn nog wel wat oprispingen geweest maar die stierven een stille dood. En er waren nog een paar ‘Engelbewaarders’ die bij gebrek aan corona nu het protest van de boeren kaapten om de, kennelijk, nodige aandacht te krijgen. En dat snap ik ook wel weer want de mens is van oorsprong een sociaal wezen en wil graag aandacht. En als je dat niet krijgt dan zoek je lotgenoten, mensen die jou begrijpen.”
“Ja, zei de man, “en dan zijn er weer figuren die daar handig op inspelen, er misbruik van maken.”
“Het is te hopen dat we deze zwarte bladzijden achter ons kunnen laten want het heeft een hoop ellende veroorzaakt. Nu nog lopen er mensen rond met de gevolgen van het virus, zitten thuis omdat ze niks meer kunnen of zijn zelfs hun baan kwijtgeraakt! Dat klerevirus heeft fysiek én mentaal flink huisgehouden helaas.”
De man schudde zijn hoofd en samen waren we even stil.
“Maar er is nóg meer ellende. Die oorlog in Oekraïne, man, man, wat een verschrikkingen gebeuren daar toch allemaal. Ik kan daar slecht mee omgaan en begrijp totaal niet waarom men überhaupt nog oorlogen begint! We weten immers al jaar en dag wat voor ellende het allemaal teweegbrengt en nooit winnaars.” Mijn vriend knikte. “Ja jongen, dat snap ik ook niet. Ik loop al wat jaartjes mee en ken de verhalen, ben al heel wat getuigen tegengekomen. En wanneer die verhalen verteld werden zag ik enkel maar droefenis in de ogen.”
“Heb je nog zo’n lekker bakkie voor me?”
“Ha, ja. Natuurlijk.” En ik schonk hem hetzelfde recept in. “Straks heb ik nog een broodje bal voor u want dit jaar hadden we geen kerstbrood omdat we bij mijn vader de kerstdagen doorgebracht hebben.” Hij schoot ik de lach. “Gelukkig maar, van die kerstbroden krijg ik altijd het zuur. Maar hoe is het met je ouders? Verzorgt je vader nog steeds je wat dwalende moeder?”
“Tot juni van dit jaar nog wel, maar ze werd wat onstabieler in de benen en toen moest mijn vader toch professionele hulp inschakelen. Ze werd opgenomen in het verpleeghuis waardoor ze na 64 jaren samen gescheiden werden van tafel en bed. Een verdrietig besluit maar het kon gewoon niet meer. Daarna volgde een gewenningsperiode en die was behoorlijk pittig. Voor mijn vader, maar ook voor ons. Inmiddels is ze redelijk geland zoals ze dat zo mooi zeggen en is het verpleeghuis min of meer haar thuis geworden, is er acceptatie.”
“Dat is mooi!” zei de man.
“Wij waren daar met de kerstdagen en toen wij weer bij haar langs gingen om dag te zeggen, alvorens we weer met de boot naar huis gingen, was er even herkenning. Wist ze weer even dat ik haar zoon was. En toen vroeg ze of ze mee mocht rijden met ons want ze wilde ook weer terug naar Terschelling!”
“Maar ja, daar was ze al!”
We keken elkaar even glimlachend aan. “Ja jongen,” zei de man, “onze geest is ondoorgrondelijk. Het brengt ons overal heen waar we willen en niemand krijgt er een vinger achter. Maar mooi dat ze geland is. En je vader? Kan hij er een beetje mee omgaan?”
“Jazeker!”
“Wij verwonderen ons er allemaal over hoe hij zich redt. En hij komt weer onder de mensen, dat is ook fijn. Zelfs het zingen bij het mannenkoor heeft hij weer opgepakt! Mijn schoonvader daarentegen nam ook een belangrijk besluit en is vrijwillig in een verpleeghuis gaan wonen, bij volle verstand. Een verstandige stap want hij is daar helemaal op zijn plek. Ik noem hem tegenwoordig ‘Koninklijke Hoogheid’ want hij wordt daar echt in de watten gelegd. En hij mag zijn sigaartje roken en zijn hondje, Lobke, mag er ook wonen. Wij, de kinderen, laten Lobke dan uit want dat kan hij zelf niet meer maar het geeft ook niet, het is goed zo.”
“Och, een sigaartje, lekker. Ik ben helaas in 2017 gestopt maar anders…” zei mijn vriend.
“Ha, ha, ja, dat begrijp ik volkomen. Ik ben trouwens ook gestopt in 2017 maar droom nog regelmatig dat ik een rokertje opsteek. Echt verslavend. Ik ben blij eraf te zijn maar kreeg er eetlust voor terug en dat creëert weer andere problemen.”
Dit was een goed moment om het broodje bal uit mijn tas te halen en op te eten.
“Het was weer een jaar van uitersten.” begon ik na de laatste hap weggeslikt te hebben. “Zo zag ik een nieuw fenomeen de kop op steken, de gender-revealparty. Tijdens dat feestje maken zwangere ouders bekend of het een jongetje of meisje wordt. Het wachten is op ‘the making of genderparty’, lijkt mij een spannend feestje!”
“Dan zijn we daar ook weer van op de hoogte!”
Mijn vriend knikte: “Ja, het geduld van mensen mag tegenwoordig niet te lang op de proef gesteld worden lijkt het wel. En kinderen worden steeds vroeger volwassen. Dat is jammer want volwassen moet je toch het grootste gedeelte van je leven al zijn. En het is jammer omdat de onschuld van een kind juist zo’n mooie start van het leven is.”
Opnieuw lieten we de woorden even indalen.
“Het was trouwens ook het jaar dat ik uit de kast kwam!” riep ik lachend. “Dat ik apneu heb en slaap als een soort afstammeling van Darth Vader! Maar mijn bedoeling was om het puur bespreekbaar te maken omdat er genoeg mannen en vrouwen zijn die daar last van hebben. Je moet je daarvoor niet schamen, nee, je moet het zien als een oplossing voor slaapproblemen. De moderne tijd moet transparant zijn en het voordeel daarvan is dat het veel problemen bloot legt, dat is een positief gegeven. Net zoals we niet moeten blijven rondlopen met problemen. Zoals de psychische. Zoek hulp, praten helpt echt en oh ja, huil gewoon lekker mee als er wat te huilen valt, dat lucht echt op!”
“En zo is het!” zei mijn vriend en gaf mij een vriendschappelijke klap op mijn schouder.
“Vogels tellen!” voegde de man eraan toe. “Vogels tellen of ernaar kijken. Dat is ook een prima remedie tegen stress. Of laten we de wijsheid van de te vroeg gestorven 16 -jarige Kiki Tol (Over mijn Lijk) er ook nog even bijhalen:
‘En als het leven je laat struikelen, maak er dan een salto van!’
Ik was het helemaal eens met mijn vriend. “Gelukkig was er weer genoeg afleiding in het afgelopen jaar, kon allerlei vermaak voor de mens weer doorgaan.” zei ik, om het gesprek wat lucht te geven. “Zo hadden we hier in Oldambt eindelijk weer de Avondvierdaagse, de grootste van het Noorden! En onlangs werd er weer geld opgehaald voor de Voedselbank, middels het zogenaamde Tafelhuis. Ruim 40.000 euro haalden ze binnen! Oh ja, eind augustus mochten we weer genieten van het straatfestival ‘Waterbei’. En de Run, de ultraloop van 100 km kon ook weer gelopen worden!”
“En? Meegedaan?” vroeg de man lachend.
“Ja! Weliswaar niet als hardloper maar als wandelaar. Ze hadden er ook nog enkele wandeltochten aan gekoppeld waardoor wij ook een geweldig leuke dag hadden. In totaal 26 km gelopen en allebei een medaille.” Mijn gesprekspartner begon hard in zijn handen te klappen waardoor een stel eenden van schrik wegvlogen uit het Diep. “En grote vriend,” vervolgde ik, “wij zijn zelf een paar dagen wezen fietsen in Limburg! Dikke bergen daar maar we hebben ze overwonnen, de accu zelfs een paar keer leeg getrapt maar het was de moeite waard.”
Mijn vriend deed even zijn hoed af om het regenwater eraf te gooien en zei hij, met een vette knipoog:
“Zó dan, helemaal aan de andere kant van het land! Dat was voor jou zeker een cultuurshock?”
“Ja, dat kun je wel zeggen. Ik ben er ooit als jonge gozer wel eens geweest, met twee maten, maar daarna eigenlijk nooit meer. Maar nu ik steeds meer geloof dat wij met zijn allen meer moeten omdenken heb ik het er toch maar op gewaagd, heb ik mijn vooroordelen opzij gezet. En weet je, het werden super leuke dagen, echt genoten! Alleen die bergen, man, ik voelde mij net een klimgeit!”
“Juist vriend, ómdenken!”
Terwijl hij dat zei pakte hij mij stevig bij de armen en keek mij recht in de ogen. “Dat verkondig ik al jaren. Gooi je vooroordelen de deur uit en dan zul je zien dat de wereld er een stuk mooier van zal wordt. Want dat scheelt een hoop ellende. En kijk bij elke situatie eerst even in je spiegel voordat je oordeelt. Denk eens door, probeer je eens voor te stellen hoe het is voor die ander als je hem of haar bespot, uitlacht of erger, bedreigt.”
Een fietsende voorbijganger keek even op naar dit tafereel maar ik knikte hem vriendelijk toe.
“Goed volk hoor!” We moesten er allebei even om lachen. “Helaas hebben we ook afscheid moeten nemen van mensen die ons wat vreugde gegeven hebben in het leven.” vervolgde ik. “Zoals van Olivia Newton John. En Henny Vrienten! Vreselijk. Wacht, ik google even..” Ik pakte mijn telefoon en tikte in:
Overleden in 2022.
“Nou, daar komen ze: Jan Rot, Piet Paulusma, Meat Loaf, Hugo Camps, Vader Abraham, neuroot Kristie uit ‘Cheers’, Wordt niet meer Vervolg Han Peekel, Terry van the Specials, Koos Dobbelsteen oftewel John Leddy en van de week nog Pelé de voetballer en Margriet Eshuijs…”
We staarden even stil voor ons uit, een zilverreiger zweefde voorbij.
“Dat waren bijzondere mensen, jongen.” begon de man het gesprek weer. “Mensen die ons leven kleur gegeven hebben. Net als de mensen om ons heen dat doen, familie, vrienden en collega’s.” “Klopt!” zei ik, “Zo geniet ik van onze kinderen, hoe ze allemaal een plek op de arbeidsmarkt gevonden hebben. En dan is er nog onze prinses, onze kleindochter waar wij half oktober een weekend van mochten genieten. Zij kleurt ons alle kleuren van de regenboog!”
“Mooi zo!” zei mijn vriend, “Dan stap ik maar weer eens op want ik moet nog een paar uurtjes vandaag. Dankjewel weer voor de versnaperingen en ja, wat mij betreft zie ik je volgend jaar weer. Misschien is het een idee om dan eens op Terschelling af te spreken, dan zie ik je ouders ook weer eens!”
“Ha, dat is een goed idee! Ik leg het neer bij de planning van mijn werk, dat ze daar effe rekening mee houden. Maar u ook weer bedankt, blijf gezond en wens iedereen die u vandaag nog tegenkomt alle goeds voor het Nieuwe Jaar!”
Hij liep al richting de Oude Rijksweg en stak zijn arm op als zijnde de boodschap begrepen te hebben. Mijn ogen prikten even terwijl ik mijn vriend steeds meer uit zicht zag lopen, beseffende dat er weer een jaar achter ons ligt. En er schoot ineens een mooie gedachte door mijn hoofd:
Her leven duurt tekort om alle dagen boos te zijn en het is te mooi om lelijk te maken!
Een hele fijne Jaarwisseling en alle goeds voor 2023!