Column: Tijd, daar zit zoveel meer in!
Mijn vader vroeg na het eten van de nasi die ik voor hem gemaakt had, hoe ik dat vlees (‘die brokken’) zo mals kreeg. Mijn antwoord: “Door er een extra ingrediënt in te stoppen.” Hij keek mij vragend aan.
“Tijd!” antwoordde ik.
“Daar draait het allemaal om. En wanneer je de tijd ergens voor neemt kun je rustig stellen dat er ook aandacht voor is waarmee het eindresultaat haast niet meer kan mislukken.” Daar was mijn vader het wel mee eens want in zijn werkbare leven als aannemer was tijd een belangrijke factor om een goed product af te kunnen leveren. Tijd was nodig om goed doordachte plannen te maken waarna vervolgens gebouwd kon worden, het liefst zonder mogelijke ‘kinderziekten’ die we tegenwoordig nog wel eens tegenkomen.
Ergens tijd insteken is een beproefd recept.
Zoals in koken. Of beter gezegd, in de voorbereidingen. Het vlees voor de nasi marineer ik ’s ochtends en ondertussen kook ik de rijst zodat die mooi droog kan afkoelen. Je kan ervoor kiezen om er kant en klare marinades tegenaan te gooien maar zelf marineren is veel leuker, vooral als je ook tijd vrij gemaakt hebt om een mooi kruidenassortiment bij elkaar te verzamelen. De Indische keuken heeft een heleboel kruiden en ik leerde daarmee te koken toen ik nog in Den Haag kokkerelde. Een betere plaats kon ik mij misschien wel niet wensen want de Indonesische cultuur is volop te vinden in Den Haag. Mijn leermeester wat betreft Indisch koken was Hagenees Eddie. Toen ik hem vroeg wat nou het geheim was kwam hij met de volgende tip: Van de Laos en Djahé niet te weinig en de andere kruiden gewoon wat minder.
Tot op de dag van vandaag doe ik het op die manier!
De enige klacht die ik wel eens hoorde was dat het iets te pittig was omdat ik iets te royaal met de sambal was geweest. Maar steeds vaker hoor ik dat er geen tijd is om te koken. Steeds vaker kiest men voor thuisbezorgen of uit eten gaan. Want dat is makkelijk. Maar het is ook een bevestiging dat wij in dit land zoveel welvaart hebben dat we met minder geen genoegen meer nemen. Terwijl de nadelen van die welvaart ook steeds duidelijker vormen beginnen aan te nemen, kijk maar naar de huidige problematiek die ons land (en de wereld) in haar greep houdt. Natuurlijk hebben al die mensen die erop los bestellen mijn zegen hoor, alleen ben je dan wel afhankelijk van de smaak van een ander en moet je maar hopen dat het lekker is.
Feit is wel dat je véél duurder uit bent.
Ik besteed dat geld veel liever uit aan een goed stukje vlees, vis, kaas of als je daar niet meer van de beesten bent, groente en fruit. En nog mooier is om dan lokaal te kopen zodat de slager, vis-groente-of kaasboer er ook nog wat aan verdienen en ze niet ten onder gaan aan grote supermarktketens. Oh ja, je helpt de lokale boeren er ook mee mocht je die een warm hart toedragen.
Daar help je ze pas écht mee!
Dan krijgen ze weer eerlijker prijzen en jij krijgt een eerlijker én gezonder product. En geloof mij, het is veel lekkerder! Want het komt niet van de massaproductie af en het bevat minder ‘goedjes’ die wij mensen eigenlijk niet in ons lichaam willen hebben. Ik zou mij daar drukker over maken dan, ik gooi ‘m er nog maar eens even in, een prikje tegen een virus waar je heel erg én langdurig ziek van kan worden. Maar je kan tegenwoordig alles kant en klaar kopen waardoor er straks een generatie is die niet meer weet zelf iets te maken. Terwijl we juist zo goed op weg waren nadat wij mannen steeds vaker de keuken ingingen, met verrassend resultaat. Deze kerels maakte zich los van ouderwetse gedachten zoals dat de vrouw in de keuken hoort, de was moet doen en de man ‘dienen’ moet. Gedachten die vandaag de dag nog steeds zo nu en dan de kop opsteken zoals we onlangs weer in Amerika zagen gebeuren omtrent het afschaffen van het recht op abortus.
Stuiptrekkingen van conservatieve, bange mannen.
Maar wat ik wel een leuke ontwikkeling vind zijn die vers-pakketten waar alle ingrediënten al inzitten. Zoals bijvoorbeeld het groentegerecht ratatouille. Of Chinese tomatensoep of Marokkaanse Couscous. Dat scheelt weer een recept uitlezen voor het boodschappenlijstje en geeft min of meer een garantie dat je lekker gaat eten. En ook nog het voordeel dat je niks weg hoeft te gooien want alles is al afgewogen en gesorteerd.
Er hoeft niks ‘over’ te blijven.
Toch doe ik ook wel eens makkelijk. Doperwten die bij ons op tafel verschijnen komen of uit een potje of uit een diepvrieszak. Of in het verleden kwam de spinazie á la crême uit de diepvries. En tot een paar weken geleden kwam de rode kool uit een glazen pot.
Maar das war einmal!
Want sinds ons bezoek aan Limburg werden mijn ogen werden geopend, dé provincie van de asperges. Wij waren uitgenodigd door vrienden van ons om asperges te komen eten en zoals ik wel vaker doe nam ik een kijkje in de keuken. De gastvrouw was aan het koken maar dat was toeval want de gastheer kookte ook regelmatig. Ik gluurde in de pannen en zag tot mijn verrassing naast de pan asperges een pannetje rode kool.
Een tijdrovende groente!
“Dat zie je niet vaak meer!” Zei ik, blij verrast. Voor haar was het niet zo bijzonder, ze kookte altijd de rode kool vers maar daarentegen kwamen de rode bietjes wel weer uit een potje. Ik vertelde haar dat die ik die weer vers kookte want dan zijn ze echt veel lekkerder.
“Met een beetje rode wijnazijn en zonder toegevoegde suikers!”
Eenmaal weer thuis stortte ik mij op de rode kool met een halve ui met enkele kruidnagels, laurierblaadjes, kaneel, stukjes appel, iets suiker, rode wijnazijn, peper, zout, stukje gezouten roomboter.
En tijd.
Want daar maak je álles lekker mee!