Opinie en verhaal

Column: Wat voor stel?

- advertentie -

Kan ik het nog terugdraaien? Ik heb geen idee en daarom schrijf ik het maar van mij af, dat werkt therapeutisch. Want waar ik ooit bang voor was lijkt inmiddels toch waarheid te worden. Waar ik altijd afstand van heb proberen te houden lijkt nu toch te gebeuren. Noem het karma of eigen schuld dikker bult, links of rechtsom zijn wij gewoon de sjaak en zullen wij de hoon moeten dragen.

- advertentie -

Mijn vrouw en ik zijn (bijna) getransformeerd tot ANWB stel!

Althans, we zijn aardig op weg. Ik realiseerde mij dat toen wij gingen fietsen, een rondje Dwingelderveld. Deze route had de dame hier in huis gevonden via ‘die handige App’ van de ANWB en toen ze dat zei, zette zij mij daarmee, onbewust weliswaar, aan het denken. Want ik besefte ineens hoe gevangen ik al zat in het web van deze Algemene Nederlandse Wielrijders Bond.

Hellup!!

Jarenlang heb ik mij verzet tegen deze club want ik vond het allemaal maar oubollig, saai en zeurderig. Vooral dat eeuwige zeuren, zoals bijvoorbeeld een weg waar wat hobbels inzaten. Als ze er dan overheen reden dan stoten ze het hoofd tegen het dak van de auto. Ik dacht dan altijd:

- advertentie - - advertentie -

Dan zul je wel te hard gereden hebben!

Of dat blad van ze! Dat blad bestond volgens mij al ver voor de boekdrukkunst en is niet weg te denken uit ons leven. Het is het blad dat altijd overal rondslingerde in de kamer en niemand las het in mijn beleving. Het is net zoiets als die irritante mug die ’s nachts je slaapkamer terroriseert. En juist op dat moment kun je dit blad niet vinden om die mug mee dood te slaan!

En dan noemen ze het ook nog, heel bescheiden, ‘de Kampioen’!

Toen er in 2004 een concurrent voor de ANWB werd opgericht was ik de eerste die lid werd. Deze club heeft twee keer een auto van mij mogen afslepen en ik moet zeggen, tot volle tevredenheid hoor. Alleen is alles aan verandering onderhevig en werd ik vermoedelijk milder in mijn antipathie tegen deze club. Hoe dat kwam? Nou, bijvoorbeeld toen ik wandelschoenen nodig had.

Dertig procent korting!

Dat trok mij toen over de streep. En ze hadden eigenlijk best wel mooi spul in die winkels, met sokken die gemerkt waren met een R en een L zodat je ze nooit verkeerd aan kon doen. En die meneren en mevrouwen van de Wegenwacht zijn toch wel hele aardige én kundige mensen, daar kwam ik ook achter in de loop der jaren want mijn dame was al langer lid.

Ik werd uiteindelijk ook lid.

Nadat ik zag dat je enkel een vinkje hoefde te zetten of je wel of niet de Kampioen wilde hebben! Dat trok mij over de streep. Toch bleef de Kampioen onze mat bevuilen want hij stond nog op naam van mijn vrouw. Dat werd even een discussie. Ik vertelde over mijn traumatische herinneringen maar zij vertikte het om ook het vinkje weg te halen want zij vond het een gezellig blad. “En er staan altijd hele leuke onderwerpen én fiets- en wandelroutes in!”

Daar had ik niks tegen in te brengen.

We kochten een fietsendrager voor de auto en die bleef onuitgepakt in de schuur liggen want ik ben niet zo avontuurlijk ingesteld. Het fietsten en wandelen in de voor mij veilige omgeving van Oldambt vond ik best genoeg. Maar na het zoveelste rondje bemerkte ik wat sleur en toen hoefde mijn vrouw alleen nog maar dat laatste duwtje te geven: “Ik heb een leuke fietsroute gevonden, een rondje Dwingelderveld. Een route van 36 km en we starten in Spier.”

Dwingelderveld, dat kende ik wel.

We hadden daar al eens gewandeld toen we aan het trainen waren voor de Fjoertoer Terschelling. En ik ben daar ooit met mijn hospita en hospes tijdens mijn middelbare schoolperiode geweest. De hospes was een Drenth en de hospita een Fries en zij vertelden over de krentenbossen van Dwingeloo. Ik, puber van kop tot teen, vond dat maar raar want krenten zijn gedroogde druiven en die hangen niet in bomen. Daarom namen ze mij mee naar Dwingeloo zodat ik het met eigen ogen kon zien. En waarachtig! Ik heb toen een stekkie meegenomen en bij mijn ouders in de tuin gepland en sindsdien (mijn fantasie hè) groeit de krentenboom ook op Terschelling. Afijn, ik heb aan Dwingeloo mooie herinneringen overgehouden.

Zondag werd de fietsdag.

Nadat ik de fietsendrager redelijk makkelijk (en tot mijn grote verwondering dat ik dat kon) op de trekhaak gezet had en de fietsen zo vast als een huis stonden, vertrokken wij naar Spier in het mooie Drenthe. Even later volgden we al fietsend de bordjes, ja de ANWB bordjes. En we genoten. Maar wij niet alleen, het was gezellig druk op de fietspaden. Alleen viel het mij op dat wij wel erg veel tegenliggers hadden. En die keken niet echt blij en op mijn ‘Moi’ of ‘Hoi’ kreeg ik bij hoge uitzondering een groet terug.

Of een soortgelijk gebrom.

“Allemaal ANWB stellen!” grapte ik naar mijn vrouw, “De een nog chagrijniger dan de andere!” Ze reageerde niet. Misschien wel omdat ze bij zichzelf dacht: de pot verwijt de ketel. Want wij hebben min of meer dezelfde fiets en, ik durf het hier haast niet te zeggen, allebei dezelfde snelbinders! En niet zomaar snelbinders, nee, in de kleuren van de Terschellinger vlag: rood, blauw, geel, groen en wit.

‘Zwijgen Veldmuis, nu zwijgen en gewoon achter je vrouw aanfietsen’ zei ik tegen mijzelf.

De route was erg mooi, we fietsten langs allerlei landschappen, door bos en heide of polder. En de bordjes die we moesten volgen klopten als een bus. We hebben maar twee keer verkeerd gereden maar dat was mijn schuld omdat ik weer te moeilijk dacht. Aan het einde van de rit kwamen we erachter dat wij tegendraads de route gefietst hadden en begreep ik de soms dodelijke blikken en gebrom.

Ach ja.

Daarom zijn wij natuurlijk nog nét níet een ANWB ste

Dit kan u ook interesseren

Back to top button