Column: Pijnpuntjes
Ruim een week geleden wist ik al waar ik zou eindigen: in de tandartsstoel. Een van mijn kiezen klopte vol verwachting met oplopende regelmaat tegen mijn zenuw aan. De ene na de andere pijnstiller zorgde ervoor dat het enigszins te dragen was maar het was natuurlijk een doekje voor het bloeden. En voor de spijt. Die spijt drukte nog eens extra in die zenuw want ik had al veel eerder naar de tandarts én de mondhygiënist moeten gaan.
Zoals ik dat altijd keurig twee keer per jaar deed.
Niet omdat ik het zo fijn vind maar omdat het mijn verantwoording is. En omdat de boel nu eenmaal onderhoud nodig heeft om klachten te voorkomen. Maar ik doe het ook voor de mensen om mij heen, dat wanneer ik mijn tanden ontbloot zij niet van het uitzicht of de stank over hun nek gaan.
Maar door de ‘Coronings’ liep mijn hele schema in de soep.
Want door de huidige omstandigheden draait alles een paar tandjes langzamer. Door ziekte op de werkvloer of door de (tijdelijke!) beperkingen die ons opgelegd zijn. Nu denken sommige mensen dat je dan gewoon een blik personeel opentrekt zodat ons snelle leventje gewoon door kan gaan maar helaas, dat is een sprookje. Overal zijn personeelstekorten. Door de afbraak vanuit Den Haag wat al jaren geleden ingezet werd, door de huidige omstandigheden maar ook doordat niet elk baantje zomaar geaccepteerd wordt.
Zoals bijvoorbeeld werken in de ziekenhuizen.
Daar wil je ook niet werken want de kans dat je een grote bek krijgt is groter dan dat je loonsverhoging of een compliment krijgt. En die grote bekken verleggen met de dag hun grenzen want ook de Huisarts is tegenwoordig een gewilde plek om even lekker je ongenoegen te uiten, net als in de supermarkt of in een horecagelegenheid. Maar dit zet natuurlijk een negativiteit op gang die ons in de toekomst nog meer problemen zal gaan bezorgen.
Problemen die erger zijn dan kiespijn!
Hoe moeilijk is het nou eigenlijk? Niet toch? Het is een kwestie van rekening houden met elkaar. Helaas kan dat niet zonder regeltjes en ik begrijp dan ook niet de weerstand ertegen. Zo bedacht ik mij laatst dat ik elke maand 145 euro betaal aan een zorgverlener terwijl ik, gelukkig, haast geen zorg nodig heb. Oké, nu effe omdat ik klagende kiezen heb maar verder valt het wel mee. En ik betaal graag die 145 euro zodat ik meebetaal aan de zorg van anderen die minder gelukkig zijn wat de gezondheid betreft.
Gedeelde smart…
Maar het is crisis op de werkvloeren. Zo las ik van de week dat het personeel van de Hema op Terschelling van ‘de Wal’ afkomt. Die pakken s ’morgens de eerste boot, doen hun kunstje tussen de worsten en alle andere artikelen en varen dan weer naar huis. En zo zag ik ook al eens de postbode op de boot naar het eiland gaan.
Aan de andere kant….
Waarom ook niet. Aan ‘de Wal’ gaat menigeen met de trein of auto naar het werk en die hebben relatief gezien dezelfde reistijden. Vooral in de Randstad mag je er wel wat tijd voor uittrekken. Maar op het eiland wonen gewoon te weinig mensen waardoor er handen tekortkomen. En je vestigen op het eiland is ook niet zo makkelijk: er is te weinig woonruimte en als je er wat vindt betaal je de hoofdprijs.
Maar daar hebben we landelijk last van.
In verhouding geeft dat meer last dan kiespijn. Ik hou er normaal gesproken niet van om in slachtofferrol te vallen of naar anderen te wijzen maar doordat die kies op mijn zenuwen aan het werken was, doe ik het lekker toch. En voordat de vrouwelijke lezers van dit stukje smalend over mij heen gaan vallen omdat zij mij een dikke aansteller vinden want wij mannen ervaren kwaaltjes altijd als tien keer erger, dan is mijn antwoord; Ja, het is tien keer erger!
En ja! Ik was heel zielig!
Vooral omdat ik wist dat ik nu weer genomineerd was voor een wortelkanaalbehandeling. Die heb ik al eerder mogen ondergaan. Vroeger, toen ik nog niet tegen dit soort problemen aanliep, hoorde ik wel eens mensen om mij heen over deze behandelingen.
Het moest iets afschrikwekkends zijn.
Althans, dat zag ik aan de gezichten van de boodschappers. Ik nam mij voor nooit maar dan ook nooit aan een wortelkanaalbehandeling te beginnen. En ik rookte al, ook in gezelschap van wat alcohol dus ik had wel wat anders aan mijn hoofd. Maar ja, dan gaan de jaren voorbij en merk je dat naast je lichaam ook enkele onderdelen van dat lichaam wat gebreken beginnen te vertonen. Door slijtage natuurlijk! Dat gebit van mij heeft al heel wat voedsel moeten verwerken in de loop der jaren waardoor het ook wel logisch is. Inclusief de snoepjes die eigenlijk voor de kinderen bestemd waren…
Maar daar betaal ik dus nu mijn tol voor.
Afgelopen donderdag moest ik mij melden bij de tandarts en nadat ik in de stoel lag probeerde ik wanhopig nog een stukje lente te vinden in de ogen van zijn assistente maar helaas, ze waren onverbiddelijk in hun oordeel:
Ik had eerder aan de bel moeten trekken!
En ook beter onderhoud moeten uitvoeren. In mijn hoofd beloofde ik plechtig dat ik beter mijn best zou doen. Dat kon ook niet anders want er zaten enkele vingers, een slurppijpje en een boor in mijn mond. Het felle lampje boven op het hoofd van de tandarts leek ineens op dat witte licht wat mensen wel eens zien wanneer ze bijna overgaan naar een andere dimensie.
Gelukkig flitste niet mijn hele leven voorbij.
Snel sloot ik mijn ogen en dacht aan leuke dingen. Dat lukte redelijk want ik voelde toch niks door de verdoving. Ik hoorde wel alles. Ik hoorde het vakjargon tussen tandarts en assistente maar ook de diepboringen in de spelonken van mijn kaak en het doorzagen van de zéér geïrriteerde wortel van mijn sneue kies.
Eind december gaan ze het afmaken.
Ik verheug mij er nu al op.