Column: Leven om te werken of werken om te leven?
‘Werken is wel leuk alleen gaat er zoveel vrije tijd inzitten’. Een bekende en grappige tegeltjeswijsheid maar wel eentje die zichzelf uit het oog aan het verliezen is. Want steeds meer mensen werken deeltijd of parttime, juist omdat ze méér vrije tijd willen!
Een luxe die men zich vroeger niet kon permitteren.
Toen waren zesdaagse werkweken normaal en werd de zondag gebruikt voor ontspanning, vaak bestaande uit een gang naar de kerk. Die gangen naar de kerk zorgden er ook voor dat het voortplantingsproces goed voortgezet werd waardoor grote gezinnen meer regel was dan uitzondering. En al die monden moesten gevoerd worden waardoor er eigenlijk alleen maar tijd was om geld te verdienen.
Begrippen als ‘Even een weekendje weg’ of ‘Ik neem een sabbatical’ moesten nog bedacht worden.
De grote gezinnen zijn inmiddels zo goed als uitgestorven. We zien ze alleen nog maar op de televisie zoals bijvoorbeeld in het programma ‘Een huis vol’, met onder andere het inmiddels beroemd en beruchte elftal, de ‘Buddenbruckjes.’ Ik kijk er graag naar. Het valt mij op hoeveel structuur er in die gezinnen zit en hoe alle leden van de gezinnen meewerken in het dagelijkse huishouden.
Zonder het bekende zeurwerk.
Op de familie Buddenbruck dan weer na, dat is echt het huishouden van Jan Steen! Hilarisch op zijn tijd en zo nu en dan tenenkrommend. Opvallend is dat deze gezinnen heel ontspannen omgaan met de drukte die een groot gezin met zich meebrengen en dat ze niet drie slagen in de rondte hoeven te werken om het gezin draaiende te houden. Dat moesten ze vroeger wel en dan werd inderdaad in menig huishouden de bekende vraag gesteld:
“Wie is toch die man die op zondag altijd het vlees komt snijden?”
Want begin vorige eeuw waren werkweken van 50 of 60 uur meer schering dan inslag en was er weinig ontspanning. Het vertier werd gezocht aan het einde van de werkweek. Wanneer ze het loonzakje ontvangen hadden doken ze de kroeg in, met als eindresultaat dat de kroegbaas er beter van werd en het loonzakje alleen maar leger en leger.
Dat werd geen Atje voor de sfeer…
Gelukkig mogen we wel zeggen dat die tijden voorbij zijn. Werkweken bestaan tegenwoordig uit 24 of 32 uur en als je vraagt waarom men niet meer uren wil maken, kijken ze je aan alsof je niet wijs bent. Wat dat betreft zou die tegelwijsheid ingeruild kunnen worden voor een nieuwe:
‘Vrije tijd is leuk maar er gaat zoveel werk inzitten.’
De keerzijde is dat we ook steeds meer willen in al die vrije tijd. En er is natuurlijk ook veel meer te besteden. Want ook al werken we steeds minder, de loonzakjes worden gevuld door beide partijen en de lonen zijn een stuk hoger. Dus man/vrouw, vrouw/vrouw, man/man of hen/hun, hoe je het maar noemen wil:
Werken zal je!
Met natuurlijk de uitzonderingen op de regel maar daar zijn vangnetten voor. Of je moet kunnen leven van de wind. Maar ook dan zul je toch iets om handen moeten hebben want anders gaan de dagen (en nachten!) wel heel lang duren denk ik zo maar. Maar de tijden dat het gezin nog gezien werd als ‘de hoeksteen van de samenleving’, zijn allang voorbij. Deze politieke kreet werd gesmoord nadat diezelfde politiek de vaste lasten lekker liet oplopen. Met alle gevolgen van dien. Moeder kon niet anders meer dan haar schort afwerpen en ook aan de slag te gaan op de arbeidsmarkt en de kinderen moeten zichzelf redden of kwamen onder bewind voering van de voor- tussen of naschoolse opvang.
En dat alles kost bakken met geld!
Vervolgens waren beide ouders aan het einde van de week zó moe dat de vraag wie op zondag het vlees ging snijden veranderde in de vraag wie het vlees kwam brengen! Thuisbezorgd.nl, Etenmetgemak.nl of Bezorgland.nl.
Of hoe ze ook allemaal maar mogen heten.
Ik moest hieraan denken nadat ik afgelopen vakantie op de camping met een buurman in gesprek kwam. Deze gepensioneerde politieman heeft vanaf de eerste dag dat hij met pensioen ging, ruim twee jaar moeten wennen aan het níet meer werken! Naast het missen van de werkzaamheden als agent miste hij vooral het omgaan met zijn collega’s en de contacten met de burgers. De structuur was ineens weg, de regelmaat van op tijd op zijn werk verschijnen omdat er een collega afgelost moest worden was ook weg. Zelfs het de avond tevoren smeren van de boterhammen begon hij te missen.
Maar bovenal het ouwehoer- of serieuze praatje tijdens de koffie- of andere pauzes.
Dat was compleet weggevallen en nu waren hij en zijn vrouw aan elkaar overgeleverd om de rest van hun leven in te delen. Gelukkig was het huwelijk goed en was de fundering gebouwd op evenwicht waardoor het uiteindelijk allemaal goed kwam. Maar dat duurde ruim twee jaar en daar was de man nog steeds zichtbaar van onder de indruk.
Ik denk daarom dat werken goed is voor de mens.
Want dan ga je ook intenser genieten van de vrije dagen die je hebt. Dan kijk je uit naar de weekenden waar je de ‘beloning’ voor je zwoegen kan uitgeven aan leuke dingen. Bijvoorbeeld door lekker uit eten te gaan, te gaan winkelen, wandelen of fietsen of een bioscoopje pakken. Of om met de kinderen naar een of ander pretpark of dierentuin te gaan.
Al is een dagje uit met je kinderen ook best een vermoeiende bezigheid.
Door de pandemie zijn de werkvloeren inmiddels verweven met de privévloeren en dat was wel even wennen! Kon je voorheen de huiselijke rompslomp nog een beetje ontvluchten door naar je werk tóe te gaan, nu lag je werk ineens tussen die rompslomp. De één vond het heerlijk om te werken in eigen omgeving en de andere snakte naar de contacten op de werkvloer.
De werkvloer waar geen vuile was lag, slingerend speelgoed of zeurend kroost zoveel herrie maakte dat het zakelijke gesprek daar onder moest lijden.
Ik blijf erbij. Werk is (positieve) bezigheidstherapie!