Column: Sprakeloos
Afgelopen week zijn de plinten geplaatst in de woonkamer. Niet door mij maar door Tinus, een ex- motorrijder die handig is. Heel handig! Hij vond de plinten wel wat aan de hoge kant maar nadat ik hem uitgelegd dat ik een moderne vrouw heb, was het goed.
Vervolgens gingen we aan de slag.
Nou ja, hij voornamelijk. Ik liep er als een soort domme kracht omheen, voor de kleine klusjes. Niet echt dom natuurlijk maar zo voelt het voor mij altijd wel als ik met een vakman mag werken. Het scheelt mij veel stress want ik ben gewoon niet zo handig en daarom ben ik graag de ‘aangeef-klusser’ of de ‘even-vasthouden-klusser’ als er wat gezaagd moet worden. ‘Opperen’ noemen ze dat ook wel, dan ben je Opperman. Toen ik nog een jonge knul was mocht (moest) ik in de vakanties werken bij het bouwbedrijf waar mijn vader ook werkte. De werkzaamheden waren in de duinen, er werd daar een zomerhuis gebouwd. Met een garage eronder. Ik kreeg de functie van Opperman en vond dat heel spannend en stoer klinken. De metselaars en timmermannen om mij heen keken er ook heel ernstig bij toen mij deze functie medegedeeld werd. Na die week wist ik wat ook wat een Opperman doet:
Stenen sjouwen en specie mixen!
In de jaren erna zei ik altijd tegen mijn kinderen wanneer we langs dit zomerhuisje reden dat ik de stenen van die garage bij elkaar gesjouwd heb, waarna de verwachte ‘oooh echt?’ achterwege bleef want ik geloof niet dat de mannen ervan onder de indruk waren. Ik leerde hiervan mij altijd bescheiden op te stellen wanneer ik een baan kreeg. Of in ieder geval nooit hoog van de toren te blazen. Toen ik bijvoorbeeld als Leerling-kok begon te werken heb ik in mijn beleving een jaar lang enkel sla gewassen en mosselen schoongemaakt. Oh ja, en halverwege dat jaar mocht ik zelf de slabakjes vullen die in het restaurant op tafel gezet werden en nee, niet de kers op de appelmoes leggen want ik werkte niet bij Van der Valk…
Ik heb nooit het gevoel gehad hier slechter van geworden te zijn.
Nu was ik opnieuw Opperman en mocht ik Handy Tinus bijstaan. Een hele eer, vooral omdat hij mij hielp met een klus die mijn vrouw mij opgedragen had. Want als dit achter de rug was had ik een heel tevreden vrouw en zoals het spreekwoord luidt”
‘Een tevreden vrouw houd je warm in de kou.’
Wanneer de plint tegen de muur gedrukt werd, nadat Tinus (en niet ik) de lijm erop gedaan had, moest ik drukken. Bij de eerste plint was dat niet zo erg maar ik moest het de hele ronde doen. Had ik de laatste gedaan, moest ik alweer naar de eerste toe en zo kroop ik voort over de vloer.
Oh ja, en om tien uur mocht ik koffie voor hem zetten.
Daar was ik op dat moment ook aan toe. Inclusief gevuld speculaas, welke Tinus afsloeg want hij is niet van de spijs. Daar gaf ik hem gelijk in, niet elke spijs is spijs zoals God het ooit bedoeld had. Nu kon ik Tinus wat bijbrengen want op het gebied van voeding had ik wel wat te vertellen. Ik vertelde hem het verschil tussen echte en nep spijs. Echte is gemaakt van amandelen in combinatie met suiker, de neppe is gemaakt van witte bonen of abrikozenpitten, plus nog wat amandelessence.
Als je het zuur krijgt dan heb je nep spijs gehad.
Het mooie van Tinus is dat hij graag naar mijn ‘wijsheden’ wil luisteren, net als ik naar die van hem. Nu was ik wat kennis betreft die dag in de meerderheid. Niet omdat ik slimmer ben dan Tinus, nee, absoluut niet, maar omdat ik een hulpmiddel net in huis gehaald had. Wij hadden daags ervoor een zogenaamde ‘slimme’ luidspreker aangeschaft. Dat was een cadeau aan ons zelf omdat we de interne verbouwing goed doorstaan hadden. Nu liep ik wel zo nu en dan tegen de muren op maar dat was omdat deze gesausd moesten worden, niet omdat ik gek werd van een overhoopgehaalde kamer. En ook niet omdat mijn bank in de garage stond in plaats van voor de TV. Nou ja, een beetje dan. Maar de dame hier in huis keek over deze berg heen en daardoor kon ik het ook enigszins handelen.
En deze beloning was ruimschoots voldoende om de ellende van verbouwen te vergeten!
Deze soundbar is aangesloten op de TV en de slimheid zit ‘m in het feit dat je dit ding vragen kan stellen. En elke vraag begin je met:
‘Oké Google..’
En vervolgens stel je de vraag. Bijvoorbeeld of het ging regenen die dag. Want Tinus zijn zaagmachine om de plinten op maat te zagen hadden we buiten neergezet. De dame in de soundbar antwoordde dat het niet zou regenen in Winschoten. Tinus stond erbij toen ze het zei en hij was sprakeloos. Later die dag maakte hij gebruik van een zwaaihaak, een belangrijk stuk gereedschap van de timmerman. Ik had wel eens zo’n ding gezien maar ik wist niet wat je ermee kon doen. Uiteraard legde ik de vraag neer bij Tinus en ik kreeg naar tevredenheid antwoord. Maar vervolgens vroeg ik het ook aan de soundbar en die kwam met dezelfde uitleg.
Tinus was opnieuw sprakeloos. En ik ook.
“Zo heb je geen boeken meer nodig ja! zei hij, vol verwondering. En ik kon het alleen maar met hem eens zijn. De rest van de dag bleven we vragen stellen. Zoals of het waar was dat er cavia opvangcentrum bestaan. Dat klopte, verschillende zelfs. Een daarvan was bezig geld in te zamelen waarmee ze de castratie van opgevangen mannetjes cavia’s konden bekostigen. Want daarna konden ze dan makkelijker bij een vrouwtje neergezet worden en, nog belangrijker, hoefden ze niet eenzaam de feestdagen door te brengen.
“Wat leven we toch in een fantastisch land!” zei Tinus. Ik was het helemaal met hem eens en zei: “De liefde in dit land voor dieren klotst tegen de plinten op!”