Column: Het Heilige moeten
“Het regent harder dan ik hebben kan.” Deze prachtige zin, komende uit het gelijknamige liedje van Bløf, schoot door mijn hoofd nadat mijn vrouw een beetje mopperend door het huis liep. Een beetje hoor, een klein herfststormpje zeg maar. Het was aan het einde van een volle werkweek en dan snap ik ook wel dat het irritatielijntje wat dunner is.
Zij werkt in de zorg.
En ja, dan moet je constant alert zijn. Dat doet ze al decennialang met veel passie en liefde, inclusief een stralende lach. Maar sinds de Covid 19 uitbraken is het niet meer zo leuk en merk ik dat het haar tegen gaat staan. En zij is daar niet de enige in. Steeds vaker horen we dat het zorgpersoneel van alles over zich heen krijgen wanneer ze mensen aanspreken die zich niet aan de huidige Covid regels willen houden.
Zelfs de vrolijke inzet van Tik Tok Tammo lijkt het chagrijn in het OZG niet te kunnen keren.
Nee, er zijn nog steeds mensen die schijt hebben aan de huisregels van het ziekenhuis. Net zoals ze schijt hebben aan de huisregels van bijvoorbeeld Rederij Doeksen, de reder die de overtochten tussen Harlingen en de eilanden verzorgt. Of ze hebben schijt aan de huisregels van de Jumbo, de Plus, Albert Heijn, Aldi of wat voor soort winkel dan ook.
Wat is de definitie van huisregels eigenlijk?
Huisregels zijn regels die gelden in een bepaald gebouw, bijvoorbeeld in een openbaar gebouw, passagiersboot of winkel. Of in je eigen huis. Duidelijk verhaal lijkt mij. Dus als ze willen dat je een mondkapje draagt dan doe je dat gewoon. En mocht je het even vergeten zijn bij binnenkomst en een medewerker spreekt je daarop aan dan zet je eerst je breedste glimlach op en daarna direct het mondkapje.
En vervolgens een duim omhoog ten teken van waardering voor de medewerker.
Geloof mij, het leven wordt er dan alleen maar leuker op! En het heeft niets met angst te maken maar gewoon met alert zijn voor het ongewisse. En als we het ongewisse onder controle hebben kunnen we evalueren en daarna kan elke mening hierover zijn gelijk krijgen. Of zijn ongelijk, maar dat hoort bij het spel. En het scheelt een hoop gedram! Soms is het verstandiger om even je mening voor je te houden. Daarom besloot ik om even mee te gaan in de klaagzang van mijn vrouw. En ik deed wat op dat moment het verstandigste was:
Haar aankijken en goed luisteren.
“We moeten zoveel!” zei ze. “Ik moet fulltime werken, ik moet douchen, ik moet mijn haar föhnen, ik moet mij opmaken, ik moet flossen, ik moet de tuin vegen, ik moet sporten, ik moet strijken, ik moet wassen, ik moet wandelen, ik moet fietsen…Alles moet!”
“Klopt lieverd,” zei ik zo rustig mogelijk, “je hebt helemaal gelijk!” Terwijl ik dat zei bleef ik haar aankijken. Sterker nog, wij mannen worden geacht dat te doen, ook een aftakking van het begrip ‘het heilige moeten’. Al mijn zintuigen stonden nu voor de volle honderd procent op scherp zodat zij geen extra munitie kreeg om haar gemoedstoestand te versterken. Haar ogen spraken boekdelen. Ik zag haar denken: Neemt hij mij nou in de maling of is mijn man echt begripvol? Dat was weer voor mij de aanleiding om ook inhoudelijk verder te gaan met het onderwerp. En vooral niet met grappen en grollen voor de dag te komen.
Soms is zwijgen goud.
“Het lijkt wel alsof we geleefd worden, dat we van alles moeten want anders horen we er niet bij.” zei ik, met mijn meest oprechte gezicht. Opnieuw keek zij mij aan met die ogen van ongeloof. Nu moest ik doorzetten want het was vrijdagavond en ik wilde lekker gaan Netflixen met haar. En omdat de tijd vliegt wilde ik haast maken en was er geen plaats voor een echtelijk veldslagje. Daarbij doet zij precies hetzelfde als ik chagrijnig ben. Alleen gaat dat iets anders want ik ben een zwijger. Zij laat mij dan gewoon met rust en uiteindelijk vind ik mijzelf wel weer en keren we weer terug in het normale.
En komt ze er weken of maanden later op terug wat ik toen gezegd had…
Zal ik alvast de kaarsjes aansteken? Even schoot die gedachte door mijn hoofd maar nee, zaak was om nu binnen haar irritatiegrenzen te blijven en niet dingen te doen die ik anders ook nooit zou doen. Hoe vaak is zij ’s avonds niet thuisgekomen dat ik in het donker op de bank tv zat te kijken. Steevast kreeg ik ‘wat ongezellig’ naar mijn hoofd geslingerd dus als ik dat nu toch zou voorstellen dan wist ze gelijk dat ik haar in de maling nam.
De kaarsjes aansteken is nu eenmaal haar ding.
Als we dan naar bed gaan ben ik degene die de brand- en sluitronde moet lopen. Dat is een ongeschreven wet hier in huis. Zoals zoveel mensen een dagelijks ritme hebben. Ik besloot actief in haar malaise mee te gaan en liep met haar mee, richting de keuken. “Ik ben het met je eens hoor, heb respect voor je. Vooral hoe je jezelf altijd gered hebt. Helaas zitten daar veel dingen in die moeten en ja, na een volle werkweek kan de emmer nog wel eens overlopen.”
Ik vond het best goed en geloofwaardig klinken.
Dat vond zij ook want ik zag de ‘hij neemt mij niet serieus’ blik uit haar ogen verdwijnen. “Kom, we gaan lekker televisiekijken!” voegde ik er snel aan toe. Ik zette snel de televisie aan en we vielen precies in het begin van ‘Bed & Breakfast’, háár favoriete programma. Net op het moment dat ik weg wilde zappen gilde zij enthousiast “Oooh, komt dat nu? Leuk!” en ze ging er eens lekker voor zitten, het gemopper zag je zo van haar afglijden dankzij het programma van deze bejaardenzender.
Ik zweeg. En dacht na over het voorgaande gemopper van haar. Over het ‘van alles moeten’. Zoals samen naar ‘Bed & Breakfast’ kijken.
Nu was ik chagrijnig!