Column: Onderbroekenlol
Je ziet ze vaak staan voor de winkel, van die kerels die daar maar een beetje staan te staan. Het vaakst bij de winkels waar ze ondergoed verkopen voor de dames. Soms met een peuk, soms turend op de telefoon of soms staan ze gewoon een beetje dom te kiek’n.
Net als ik, alleen dan zonder peuk sinds drie jaar.
Op de telefoon kijken is mijn nieuwe verslaving en daar werk ik aan. Daarom blijft ‘dom kiek’n’ in mijn geval over. Afgelopen zaterdag was het weer zo ver. We gingen eigenlijk even ‘de Straat’ in voor een overhemd voor mij maar toen we langs de onderbroekenzaak liepen werd er even van dat plan afgeweken. Majesteit moest even naar binnen. Dat is niet erg hoor, ik wil niet het blok aan het been zijn van mijn vrouw. Zij moet zich vrij voelen om te doen wat ze moet doen. Ik zie haar als gelijke in onze relatie en dat is omgekeerd ook zo.
Want ik roep altijd dat ik een moderne man ben.
Twintig minuten later kwam ze weer naar buiten. Ja, twintig minuten later! Ik had ondertussen de enorme foto’s van het Groninger landschap (https://www.rlfotodesign.nl/) die de Gemeente Oldambt (was idee van onze hoofdredacteur Jeroen!) aan de overkant opgehangen had, bekeken. Van voor naar achteren en van achteren naar voren. En dat vervolgens nog een paar keer want ik moest op de een of andere manier de tijd doden. Die foto’s zijn daar opgehangen ter verfraaiing van de straat want achter die foto’s staan slechts de resten van twee uitgebrande panden. Het viel mij op dat ondanks die enorme foto’s er toch nog mensen waren die er tussendoor gingen kijken.
Terwijl de foto’s toch écht mooier zijn…
Op die foto’s zie je onder andere een vossenfamilie en een weidse blik op koolzaadvelden die het Groninger landschap zo mooi kleur geven. Afijn, we liepen verder en ik vroeg mijn vrouw wat ze gekocht had. Haar antwoord was wat vaag. “Ja, ik heb even een beha gepast die ik mooi vond maar ik doe het toch maar niet.” Mijn antwoord was dan ook logisch: “Zat de beha niet lekker dan?” “Jawel,” antwoordde ze, “maar ik doe het toch maar niet.” Ik liet de beha nu maar voor wat het was en we gingen vervolgens van de ene kledingzaak naar de andere, op zoek naar een overhemd. Een simpel overhemd, zonder opdrukjes van figuurtjes zoals flamingo’s, surfers of vierkantjes, rondjes of driehoekjes en zonder allerlei kleurtjes.
Alles draait om de eenvoud.
Haar beha had mij wel aan het denken gezet. Waarom had ze dat ding niet gekocht? Maar misschien was het wel mijn schuld, omdat ik niet mee naar binnen was gegaan zodat ze iemand had die het kledingstuk kon keuren. Terwijl zij altijd wel met mij naar binnen gaat. En dan neemt ze mijn klagen en steunen voor lief want kleding passen is een straf voor mij. Maar ze blijft enthousiast en beheerst de nuance, dus niet direct een oordeel of zo.
Zo van: “Nee Ar, dat kan echt niet!” zonder in de lach te schieten…
Maar ja, een lingeriezaak is wat anders dan een kledingzaak. Daar hangen overal foto’s van dames met minimale bedekking. En die minimale bedekkingen hangen dan weer aan hangertjes in rekken waar je jezelf tussendoor moet manoeuvreren. Wat heb je daar dan als man te zoeken?
Daarom staan wij mannen vaak buiten.
Wat ondergoed betreft hebben wij mannen het een stuk eenvoudiger, mits je niet opgewonden raakt van ondergoed met een merk. Ik kocht altijd mijn ondergoed bij de goedkoopst mogelijke aanbieder, dus niet die van Christiano Ronaldo of Bjorn Borg. Gatverdamme! Nu viel het mij de laatste tijd wel op dat die boxers van mij altijd het eerst slijtage vertoonden op de naad aan de achterkant. Mijn vrouw zette ook haar vraagtekens erbij maar nam met duidelijke minachting genoegen met mijn antwoord: “Wellicht door de te harde winden die mij wel eens ontgaan..” Ik kon er verder ook geen verklaring voor geven maar het hield mij wel bezig. Tot ik ineens boxershorts voorbij zag komen die gemaakt worden van bamboe. Ik herkende mij in de boxers problematiek die in de beschrijving stond en het woordje ‘duurzaam’ was genoeg om mij te doen happen in deze verkoop truc.
Bamboe.. Het zette mij wel aan het denken.
Was dat niet een lekkernij voor pandaberen? Die beesten staan toch op de nominatie om uit te sterven? Geef ik ze dan niet nét het laatste zetje door onderbroeken van bamboe te kopen? Want dan hebben ze minder bamboe om te eten, toch? Een vriend van mij trok mij uit de sloot vol schuldgevoel:
“Ach man, we hebben hier in Nederland maar twee Panda’s rondlopen dus er is genoeg bamboe!”
Enkele dagen later kwamen ze binnen, keurig in een plat doosje en gewikkeld in vloeipapier. De prijs was er ook naar hoor, ik denk dat ik voor de prijs van één voorheen twee tot drie onderbroeken kon kopen. Maar kwaliteit hè, daar gaat het toch wel om in het leven. Ik trok er direct een aan en hoorde wat kraken. Wellicht een verkeerd geweven scheut van de bamboe maar gelukkig bleef het daar bij.
Zonder overhemd liepen we terug richting fiets en we kwamen weer langs de lingeriezaak. “Haal die beha nou, ze verkopen echt geen rommel daar.” zei ik, vastberaden. Ze ging er niet tegenin en even later kwam ze naar buiten met een gezellig tasje waarop ik zei: “Nou, zo moeilijk was het dus niet om door te pakken.”
“Klopt. Het is een mooie beha. En de verkoopster zei dat ik ‘m gewoon moest dragen maar er niet mee moest gaan stofzuigen…”
Ik stond direct stil, pakte het tasje af en liep linea recta terug naar de winkel. Nu ging ik wel naar binnen, zette het tasje op de toonbank met de begeleidende woorden: “Ze hoeft de beha niet!” De verkoopster keek mij verbaasd aan maar voordat ze wat kon zeggen zei ik het:
“Want nu moet ik voortaan stofzuigen!”