Opinie en verhaal

Column: Een goed gesprek

- advertentie -

“Wát heb je gekregen?” vroeg mijn broer nadat hij mij belde om mij te feliciteren met mijn verjaardag. “Een aanzetstaal en een aardappelpureeknijper.”zei ik, een tikkeltje verontwaardigd.. “Zit er ruis op de lijn of zo?”

- advertentie -

“Nee, de lijn is prima maar een aardappelpureeknijper als cadeau?” Nu was hij een tikkeltje verontwaardigd. Hij is kennelijk meer van de nieuwe sokken of van een mooie stropdas maar toen ik dat aan hem vroeg, ontkende hij dat. “Ik kreeg als cadeau biefstuk eten bij Loetje!”zei hij, waarna direct de vraag erachteraan kwam of ik wel wist wie Loetje is? “Ja hoor, ik weet wel wie Loetje is, we wonen hier in Groningen echt niet onder een steen of zo hoor.“ antwoordde ik, nu flink verontwaardigd. “Oké, rustig maar..” zei hij snel, “Vier je je verjaardag nog?” “Nee, ik vier het niet maar ik vier wel dat ik weer een jaar ouder mocht worden zonder lichamelijke ongemakken, op een irriterende teennagel van mijn grote teen na dan…”

Die teen is door mijn huisarts een dag voor Kerst onder handen genomen. Ruim een uur heb ik daar gelegen want de verdoving kreeg de teen niet knock-out. De een na de andere spuit ging de teen in en telkens als de arts weer even langs kwam na het behandelen van een andere patiënt, kneep hij effe in de teen en zag dan aan mijn grimas dat de verdoving nog niks om het lijf had. En ik gaf geen krimp! Nee, ik ben van de jaren ’60, de jaren dat alles nog echt pijn deed omdat men toen nog niet wist van ‘roesjes’ of verdovingen. Ik ben wel wat gewend. Tegenwoordig vragen ze of je de pijn een cijfer wil geven.

Nou, vroeger scoorden we de ene dikke voldoende na de andere!

Deze prikjes voelden net iets venijniger dan een prik van een mug en ondertussen bespraken wij het wel en wee in de wereld. Op een gegeven moment was de teen knock-out en kon de slager … euh, de dokter aan de slag. Normaal gesproken laat ik medici die aan mijn lijf zitten blind hun gang gaan. Zij hebben er per slot van rekening voor gestudeerd, tussen de studentenfeestjes door… Daarom keek ik ook niet naar de handelingen aan mijn voet van de op zijn hurken zittende dokter. Maar doordat de dokter mij ineens iets vroeg moest ik hem wel aankijken en zag toen een best wel luguber tafereel…

- advertentie - - advertentie -

(Let op, de komende zin kan weerzinwekkende beelden oproepen..)

Er stond een schaar met één poot rechtop in mijn teen, net onder de nagel. De teen zelf was afgebonden met een dik post-elastiek en de arts zat met een wattenstaaf het een en ander weg te ‘dippen’. In de andere hand had hij nog een schaar waar hij ook het een en ander mee weg knipte. Maar ik hield mijzelf voor niets te voelen en keek gauw weer weg van het slagveld. “Gaat u nog iets leuks doen met de kerst of heeft u storingsdienst?”

Ja, ik moest ook even nadenken…Storingsdienst? Dit is een dokter, geen monteur! Al moet ik toegeven dat de werkzaamheden onder aan mijn been wel anders deden vermoeden.

De dokter begreep mij gelukkig en gaf aan wel een bereikbaar dienst tijdens de feestdagen te hebben. Het begrip ‘ziek worden’ kent natuurlijk geen feestdagen. Na de snij-werkzaamheden kreeg mijn teen een mooie tulband op z’n kop en mocht ik mij, na het aantrekken van de sok, op slippers het abattoir verlaten. De dokter liet mij persoonlijk uit en hij gaf mij nog de tip een ibruprofennetje te nemen, een tip die ik stoer en lachend afsloeg want ach, het stelde niks voor hoor.

Een uur erna slikte ik toch maar zo’n pilletje, plus een paracetamolletje want het begon ineens flink te kloppen in mijn slipper.

“Vier je het dan helemaal niet?” vroeg mijn broer. De verbazing klonk door in zijn stem. Hij is namelijk wel van het vieren van verjaardagen. Het liefst nodigt hij het hele dorp uit. En dan mogen ze nog blijven eten ook! Ik zuchtte eens diep: “Nee Rein, ik vier het niet. Iedereen is uitgefeest na de Feestdagen! En iedereen is aan het lijnen en dan blijf ik maar weer zitten met kratten bier en chips!”

Ik kwam nu echt op gang met mijn tirade:

“Sindsdien beschouw ik mijn verjaardag als een gewone werkdag. Daarom lag ik vanmorgen ook om half tien in de stoel bij de tandarts want ik had een opstandige kies die al een paar weken aan het zeuren was. En ze hadden alleen vandaag nog plek. En nu ben ik op werk, dat stond al zo gepland. We hadden wel gebak bij de koffie hoor, ja, soms moet je eens uit de band springen, toch!”

Broerlief gaf het op en begon toen maar over zijn eigen plannen, hij wordt in november 60 jaar namelijk. Dat wil hij grootst aanpakken. Net als toen hij 59 werd. En toen hij 58 werd. En toen hij 57 werd.

“Maar goed,” vervolgde hij, “jij bent nu de trotse bezitter van een aanzetstaal en een aardappelpureeknijper! Mooi man!” en ik proefde door de telefoon de ironie die er dik bovenop gelegd werd. “Ja, ik ben daar erg blij mee! Ik had hiervoor een andere, goedkopere versie maar die kneep ik helemaal aan gort toen ik aardappelkroketjes ging maken. Waarschijnlijk een geval van metaalmoeheid. En dan dat aanzetstaal! Eentje met diamanten! En met tien jaar garantie! Man, man, die heb ik direct even uitgeprobeerd op een mes die ik maar niet scherp kreeg maar die is nu weer zo scherp als een ..als een… Ja, als een mes ja!”

“Oké, rustig maar” zei hij, “ik wist niet dat je kwaad werd. En ja, kwaliteit is belangrijk, ook op keuken gebied. Heb je verder nog nieuws?”

“Euh nee, niet echt. Het is januari hè, saaie maand. Met straks als hoogtepunt ‘Blue Monday’, de meest deprimerende dag van het jaar. Kan ik mij echt op verheugen!” zei ik cynisch.

Mijn broer heeft gelukkig humor:

“Ja, een mooie dag om puree van te maken!”

Dit kan u ook interesseren

Back to top button