Column: Helden en Antihelden
Als een klap bij een veels te blauwe hemel kwam voor mij (en wellicht vele anderen) het bericht dat Floris is overleden. Dit bericht vond ik nog een stuk erger dan het ‘fake nieuws’ dat Amerigo, het paard van je weet wel, vorige maand overleden was.
Maar ja, soms vliegen de komkommers je om de oren in medialand.
Maar ridder Floris van Rosemondt, mijn jeugdheld, is niet meer. Wekenlang hield hij en zijn kompaan Sindala ons in de ban met zijn avonturen en dat was wel even wat anders dan de Fabeltjeskrant en Paulus de Boskabouter. Wij maakten kennis met figuren die we hooguit wel eens in strips voorbij zagen komen, zoals Maarten van Rossum, Wolter van Oldenstein, De Sergeant en last, but not least, Lange Pier.
En Gravin Ada van Couwenberg natuurlijk, waar Floris (en de mijne) zijn hart sneller van ging kloppen.
Achteraf waren het maar 13 afleveringen…In zwart-wit. Maar dat was logisch want ja, je was kind en het speelde zich allemaal af in de Middeleeuwen, toch? Toen had je geen kleuren televisie… Ik weet nog het moment dat ik voor mijn verjaardag een Floris-boek kreeg, gemaakt van de serie met heel veel foto’s. Die waren in kleur. Dat was wel even een openbaring, dat bloed op dat schild moest wel echt zijn want het was rood!
Ik heb dat boek ook meerdere malen bekeken en verdronk dan in het verhaal. Vervolgens speelde ik Floris met mijn vriendjes en we schreven het ene na het andere hoofdstuk, met op de achtergrond het decor van de Terschellingse duinen en bossen. Floris en zijn avonturen spraken duidelijk tot de verbeelding van mijn generatie. Latere generaties moesten het hebben van series als The A team en programma’s van die nasynchroniserende schreeuwzender met lachmachines, Nicklelodeon.
Of, nog erger, alles van Bassie & Adriaan!!
Slechts 75 jaar mocht mijn held worden en nu is hij in de ridderhemel. Want ondanks zijn latere filmkarakters (ruim 140!), onder andere in Turks Fruit, Keetje Tippel, Soldaat van Oranje, Spetters, The Blade Runner, The Hitcher, Blind Fury en de Heineken ontvoering, bleef hij voor mij Floris, de ridder die het kwaad bestreed met zwaard en listige plannetjes.
Het wordt nu een spannende boel daar in de hemel!
Wij, stervelingen, gingen van de hemel naar de hel want wat was het warm afgelopen week! Het was zelfs zó warm dat ik mijn zwembroek aandeed. Tot grote vreugde van mijn vrouw want ze vindt ‘m zo mooi. Ik niet. Hooguit lekker luchtig, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Want er zit een printje op. En als het nou een printje was van streepjes of bolletjes of vierkantjes, dan was het te accepteren.
Maar een printje van roze surfplankjes met mannetjes erop……
Kom op zeg, ik ben een grijze, spierwitte, dikke, kalende man van halverwege de 50. Die staan echt niet meer op een surfplank hoor, die donderen daar direct vanaf. Maar mijn vrouw ziet dat dus anders. Of ze ziet het écht anders, dan ziet ze niet mij maar een mooie, gebruinde slanke adonis met sixpack en lange wapperende haren in de tuin zitten, met een surfplankje losjes op z’n schouder…
Mensen zijn immer steeds vaker visueel sterk ingesteld!
En weet je, ik heb geen goede herinneringen aan surfen. Ooit, in onze verkeringstijd, heb ik een keer op zo’n plank gestaan. Een keer op de Midwolderplas en een keer achter dijk op Terschelling, op het Wad. Bij die laatste ging het mis, want toen ik eenmaal op de plank stond zag ik mijzelf steeds verder van de dijk afdrijven… Gelukkig zagen mijn vrienden dat ook waardoor ik niet gered hoefde te worden door de helden van de KNRM. Toen wist ik dat ik geen surfer was en dat ik mij ook nooit meer moest voordoen als surfer.
Dus ook geen surfzwembroeken meer dragen!
Maar ja, het was zo ontzettend warm deze week dat ik overstag ging om hem dan toch maar aan te doen. Wel in een veilige omgeving, mijn tuin, zodat er niemand aanstoot aan zal geven. Ik was de hele week in de tuin te vinden om verkoeling te zoeken, verkoeling die overigens nergens te vinden was.
Zelfs de vogels zaten niet wijdbeens maar wijdvleugels om zo nog enige koeling te vangen tussen de veertjes.
En tussendoor mocht er ook nog gewerkt worden, precies de diensten op de warmste uren van de dag waardoor ik elke avond totaal uitgesurfd thuis kwam. Mijn vrouw had het slimmer aangepakt, die had nog een weekje vakantie. Zij vertelde mij dan ’s avonds hoe heerlijk het was op haar zonnebedje en hoe ze zich zo nu en dan koelde door de tuinslang over haar heen te laten sproeien.
En na deze verkoelende praat volgde dan weer een ontzettende plaknacht…
In de tijd van Floris had je deze temperaturen niet. Daarom droegen ze ook harnassen want het zette toch niet uit zoals onze bruggen dat wel doen tegenwoordig. En als Floris het dan eens warm had dan voldeed een maillot, korte broek en overhempie. En eventueel een cape wanneer het regende. Maar nu is het anders. Het wordt steeds warmer en warmer en nu is het een kunst om ermee om te leren gaan. Je hoort ook steeds vaker de term ‘hitteplan’. Persoonlijk ben ik voor een hitteplan maar dan volgens de Spaanse Slag. Die hebben immers genoeg ervaring. Mijn idee is dan om lekker vroeg uit de veren te gaan, je werk te doen en tussen twee en vijf siësta houden. Daarna weer even wat werkzaamheden uitvoeren en dan tegen negen uur in de avond lekker gaan eten met een goede wijn.
Het Zwitserleven gevoel zeg maar!
Maar dan gewoon in ons eigen land. Het land waar ooit winterdag de Elfstedentocht geschaatst werd en het land waar Piet Paulusma ons waarschuwde voor horrorwinters. Die horrorwinters zien we nog slechts op oude polygoonbeelden en Piet is van de Nationale televisie verbannen.
En de Elfstedentocht?
Die doen we tegenwoordig zwemmend….