AlgemeenOpinie en verhaal

Column: Pannekoek

- advertentie -

Sommige mensen hebben de neiging zich superieur te voelen. Met hun neus in de lucht doen ze alsof ze alles weten. Ze denken beter te zijn dan anderen en hebben hun bewonderaars aan hun zijde. Als ik zo iemand tegenkom denk ik: ‘Dat kan je wel zo vinden. Maar ik vind er iets anders van. Zo veel mensen, zoveel meningen, ja toch?’

- advertentie -

Mijn persoonlijke overtuiging is dat in Oost Nederland het leven beter is. Ik heb niets met het jachtige van de grote stad met haar 35 verschillende thuisbezorgrestaurants, geluidsoverlast, tekort aan parkeerruimte en een theater of bioscoop binnen een straal van één kilometer. Het leven gedijt het best bij ruimte, rust, nuchterheid en het goede oude naoberschap.

Zo ongeveer vijf jaar geleden had ik de merkwaardige ervaring gekleineerd te worden omdat ik in Oost Groningen woon. Het was tijdens een formeel etentje in een hip restaurant in hartje Utrecht. De tafelschikking bepaalde dat ik naast iemand kwam te zitten die ervan uit ging dat in Zwolle de paardentram nog reed en dat iedereen voorbij die stad in een plaggenhut woonde. Dat had ze niet met eigen ogen gezien. Zijzelf was nooit oostelijker geweest dan Amersfoort. Tenminste haar vele reizen door Azië – ‘Wat? Ken je Vietnam niet? Nou ja!’ – niet meegerekend. Maar dat hoefde ook niet. De beschimpingen hielden pas op toen ik zei dat ik het heerlijk vond om in Oost Groningen te wonen. Ik had haar nog willen vertellen over de betaalbare huizen, het uitzicht, de hartelijke band met de buren, de doe-maar-normaal-mentaliteit. Maar het was al te laat. Ze stak haar neus in de lucht, wendde het hoofd af en negeerde me de rest van de avond. Wat ik overigens heel prettig vond, maar dat terzijde.

Laatst zat ik rond etenstijd in het pannenkoekrestaurant van Midwolda. Ik keek op toen een koude luchtstroom langs mijn benen trok. De deur ging open en de mevrouw die mij ooit zo smakelijk had uitgelachen kwam binnen. Haar merkspijkerbroek en grof gebreide coltrui deden me denken aan fotoreportages in de kerstnummers van ‘BuitenLeven’. Ze was in het gezelschap van een blonde heer die eruit zag alsof hij net had deelgenomen aan een adellijke jachtpartij.

Ze bestelden pannenkoek. Met spek en appel. “Heerlijk hè! Dit is voor mij toch wel dé ontdekking van deze tijd”, zei coltrui. Ze wapperde er wat vaag bij met haar handen. “Wat? Pannenkoek?”, vroeg de man. “Nee, Groningen. Had ik al verteld dat Hannie deze kerst ook in Nederland blijft? Ik heb haar helemaal overtuigd!” “O”, zei de man. Hij had iets anders aan zijn hoofd dan de vakantiebestemming van Hannie. “Heb ik de auto wel op slot gezet? Onze volgende auto wordt een Renault Captur. Die vergrendelt automatisch als je erbij wegloopt.”

- advertentie - - advertentie -

Coltrui suste geruststellend. Ze schraapte met haar vork de laatste kruimels poedersuiker van haar bord. Toen ze de vork in haar mond stak, slurpte ze een beetje. Daarna vouwde ze haar armen achter haar hoofd en leunde achterover. “Weet je,” zei ze: “ik zou hier wel willen wonen.”

Ik stond op het punt haar op de schouder te tikken en aan onze ontmoeting van zes jaar geleden te herinneren, maar ik hield me in. Gelijk hebben is belangrijker dan gelijk krijgen. Dat weten wij hier natuurlijk al lang.

Door: Jos Schaafsma

Dit kan u ook interesseren

Back to top button