AlgemeenOpinie en verhaal

Column: Pretlichtjes

- advertentie -

“We werkten tot de zon onderging. Dan eten en slapen en vroeg weer op. Nou ja: ’s nachts werd er ook gekookt. Dat werd dan de volgende dag opgewarmd, anders werd het veel te laat om te eten. Moeder heeft wel eens verteld dat ze iedere twee uur uit bed moest om de kachel brandend te houden, want er was toen geen gas. Alles ging met turf.”

- advertentie -

Harm zit ontspannen languit in een leren fauteuil die bij het raam staat. Zijn praatstoel. Een bijzettafeltje met telefoon onder handbereik. In de eikenhouten kast tegen de muur liggen grote schriften met bedoezelde zijkanten.

“En zo werd er die weken geleefd. De vrouwen hielpen ook met de oogst. De schoven opstapelen in de boerenschuren. Dat was een slavenleven. Want thuis moest er ook nog wat gebeuren. Er waren geen wasmachines, alles ging met de hand in een tobbe. Dat gebeurde zondags.”

Als hij praat, bewegen zijn handen in het ritme van zijn woorden. In zijn ogen twinkelen voortdurend pretlichtjes, ook als hij dingen vertelt die niet direct vrolijk zijn. “We woonden met z’n veertienen in een oud huis met één kamer. Daar werd alles gedaan. Wonen, koken, eten en leven. We sliepen in bedsteden. Er was nog een klein zijkamertje bij, daar was ook een bedstee. Daar sliepen drie meisjes in. En er stond een éénpersoons ledikant. Daar sliepen mijn broertje en ik.”

De antieke slingerklok tikt gemoedelijk de seconden weg. Door het grote raam zie ik een groepje tieners langsfietsen, met schaatsen om de nek. Opgetogen en baldadig slingeren ze over de weg. Eindelijk! Schaatsen op natuurijs!

- advertentie - - advertentie -

Harm werd 91 jaar geleden geboren bij het water langs Ganzedijk. Daar waar het Vledderdiep uitloopt in het Beerster Zijldiep. Het huisje stond tegen gemaal ‘De Vledder’ aan.

“Vader werkte bij een boer voor acht gulden in de week. Een werkweek was in die tijd zes dagen. En alles werd met de hand gedaan. Het gemaal deed hij in de nacht. Mijn vader kon wel op bed gaan, want als het water op was, werd hij gewekt door een bel in de bedstee. Dan ging hij er naar toe, zette het spul stil en ging daarna weer slapen.”
Hij kijkt even naar buiten en zwaait naar een buurvrouw die zonder jas snel de was ophangt. Veel te koud.

“En nu dan? Lekker genieten van de rust?” vraag ik. Harm lacht. De pretlichtjes in zijn grijs-blauwe ogen schitteren nog meer dan ze toch al deden. “Kijk eens naar dat raam. Wat voor planten staan daar op de vensterbank? Geraniums soms? Ik heb genoeg te doen hier.” Hij wijst naar de schriften in de kast. “Daar heb ik stukjes over mijn leven in geschreven. Maar er kan veel meer bij.”

Ik moet er weer vandoor. De plicht roept. Druk, druk, druk. Lopend door de lange lege gang van Nieuw Vredenhoven voelt mijn leven even super-de-luxe. En de rest van de dag blijven ze bij me: Die pretlichtjes. Levenslust.

-Jos Schaafsma.

Dit kan u ook interesseren

Back to top button