Column: Zero
“Nee, nee! Weg, weg!” Schreeuwend, druk gebarend en met grote passen loopt Mies over het pleintje. Kea kijkt gespannen toe vanaf de zijkant. Af en toe bijt ze op haar hand. Tussendoor lispelt ze: “Eigen schuld. Had je maar beter op moeten letten”.
Een rustige labrador staat bij de buitenren van het kippenhok te kijken. Het dier begrijpt niet dat al deze ophef om hem te begonnen is. Maar honden mogen niet op pleintje bij de kinderboerderij.
Vandaag ben ik even langs gegaan bij mijn oude werkplek. Even op kraambezoek. Er is een kalfje geboren en dat moet natuurlijk even bewonderd worden. Mies is sinds jaar en dag de koeienverzorgster op deze plek. Ik had verwacht dat ze me trots mee zou nemen naar de nieuwe aanwinst. Maar ze heeft even andere prioriteiten.
“Ksst. Wegwezen!”
Eigenlijk wel raar. Honden wagen zich nooit op dit pleintje.
“Waar is Zero? ” vraag ik. Zero is een zwart-grijs gestreepte ex-asielkater Hij is niet de eerste kat die bij de kinderboerderij kwam. Wel de eerste die er bleef.
Destijds waren er veel muizen op de boerderij. Te veel muizen. Je zag ze pas na sluitingstijd.. Lichten uit. Deuren op slot. Soms was je dan iets vergeten. Je broodtrommel ofzo. Je deed de deur open en dan hoorde je het overal: wegrennende muizen.
Zero was gehaald als oplossing voor dit probleem. Het bleek een gouden greep: het dier was een echte boerderij-kat. Hij pakte niet alleen de muizen. We zagen hem ook regelmatig met een dikke dooie rat slepen.
“Van wie is die hond?” Lies schreeuwt richting een opa en oma die hun kleinzoontje aanmoedigen bij de glijbaan. Opa haalt kort zijn schouder op. “Charlie! Hierr!” Mies schrikt. Ze had de meneer die achter haar liep niet gezien.
Kea wel. Ze wrijft zich in de handen. “Had je beter op moeten letten.” Kea is de kwaadste niet. Maar als het haar te spannend wordt, is haar vocabulaire een beetje beperkt. Daarbij heeft ze een bepaalde logica: íemand moet schuldig zijn.
Charlie wordt aangelijnd. De rust op het pleintje keert terug. Nu hebben Mies en Kea wel even tijd voor mij. “Waar is Zero dan?“ vraag ik nog eens. De beide dames vinden het geen rare vraag. Zero en ik, wij hebben wel een klik.
Hij mag dan een typische boerderij-kat zijn, voor de kinderboerderij is Zero minder geschikt. Hij houdt niet van kinderen. Eigenlijk houdt hij helemaal niet van mensen.
Zero ligt graag op het aangeharkte rulle zandperkje tegenover de toegangspoort van het pleintje. Als bezoekers dan binnenkomen zien ze hem als eerste. Vaak gaat iemand dan door de hurken. “Aai poes…” Niks ervan. Een tik over je hand kun je krijgen. Zero wil met rust gelaten worden.
Behalve dan door degene die hem eten geeft: Ja, ook kattenliefde gaat door de maag..
Toen ik er werkte was er iedere ochtend het volgende ritueel:
Je stapt van je fiets. Zero komt onder de struiken vandaan en geeft je kopjes. Terwijl je even later de sleutel in het slot van de poort doet, zit Zero ongeduldig naast je te wachten. Je loopt je rondje langs de dieren: Eerst naar de eigenwijze ezels Joris en Floris. Zij staan het verst weg. Zero loopt met z’n staart als uitroepteken omhoog voor je uit. Dan gaat het op naar de paardenstal. Het Groninger paard Ekina en de fjord Jasper hebben je allang gehoord en trappen tegen de hardhouten schuifdeuren. Zero springt op de strobalen en ziet toe hoe je het water bijvult. Dan naar de kippenschuur. Zero gaat er niet naar binnen, maar blijft op de drempel zitten. Je keert je om, loopt richting de boerderij en de kater rent nu met huppelsprongen voor je uit. Hij weet: in de boerderij staat de voerbak. En die wordt nu gevuld. Elke dag hetzelfde ritueel. Je hecht je eraan.
De rest van de dag voert de mens zijn taken uit. En Zero de zijne. De wegen scheiden. Zero heeft één taak: Zorg dat er geen hond op het plein komt. Letterlijk welteverstaan. Mensen zijn welkom. Maar geen honden. Niet vanwege de honden, nee, het is vanwege de reactie van de boerderijbewoners op deze diersoort.
En Zero regelt dat. Als een sfinx ligt hij bij de ingang. Observeren. Soms de oren gespitst. Andere katten op het plein? Geen probleem. Loslopende kalkoenen, duiven, kippen? Zero negeert de prooidieren. Maar wee de hond die zich richting het poortje begeeft. Als een steen uit een katapult sprint Zero er op af. En wat voor formaat de hond ook heeft, hij zal jankend afdruipen.
“O. Wist je dat dan niet?” Mies raakt kort mijn schouder even aan. “Zero is weg.. al een paar maanden. We denken dat hij dood is. Aangereden.”
“Had ie maar beter op moeten letten,” komt Kea er droog achteraan.
– Jos Schaafsma.